Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘1. PRIMEURS’ Category

Het is dus zover. Louis van Gaal is, zoals verwacht, de nieuwe bondscoach. Nog maar eens een bewijs dat niet alle goeie dingen in drieën gaan. Waarom ik dat denk, heb ik hier al uitvoerig uiteengezet, dus daar gaan we het nu niet over hebben. We buigen ons nu over de kwestie WK Qatar. Daar was Louis in 2010 nog heel duidelijk over in de Volkskrant. Jullie begrijpen dat we zeer benieuwd zijn hoe hij hier thans tegenover staat, nu hij willens en wetens bereid is onderdeel te gaan uitmaken van datzelfde door hem verfoeide WK. Want dat is het geval, of hij zich nu wel of niet kwalificeert met Oranje voor het toernooi. Met het aanvaarden van zijn aanstelling, zette hij impliciet zijn handtekening onder de bereidheid aan het WK Qatar deel te nemen. 

Maar wie zal de eerste, vermetele (sport)journalist of mediavertegenwoordiger zijn die Louis hiermee confronteert? In dezelfde krant waarin hij destijds zich onomwonden uitsprak tegen Qatar als WK-organisator, wordt hierover met geen enkel woord gerept door Willem Vissers en Bart Vlietstra in de editie van 23 juli. Hiermee de indruk wekkend dat ze zich er niet aan willen branden. Het is dan ook niet denkbeeldig dat Van Gaal op zijn typische eigengereide manier zal trachten om vragenstellers af te troeven. Dat hij op vangalistische wijze zal proberen om er een draai aan te geven die, althans in zijn ogen, recht doet aan zowel zijn afwijzing van destijds als aan zijn huidige zelfgekozen situatie. 

Maar vooropgesteld: daar trappen wij niet in. Zoals we in geen enkele draaikolkredenering of drogreden trappen die van stal wordt gehaald om deelname aan – dan wel het bezoeken van – het WK Qatar goed te praten. Keur je duizenden dodelijke slachtoffers, moderne slavernij, schending van mensenrechten, corruptie en omkoping en megalomane sportswashing af, dan moet je er wegblijven. Ga je toch, dan is dat op een of andere manier een acceptatie van de situatie. En zullen de verantwoordelijken en het regime dat ook als zodanig beschouwen en uitbuiten. Dus wat doe? Je wringt je in allerlei min of meer vergezochte, gerationaliseerde bochten om je eigen geweten te sussen of anderen wijs te maken dat er toch wel iets voor te zeggen valt om ter plekke ertegen te ageren en verbeteringen te bewerkstelligen. 

Zoals de FIFA, nagenoeg alle voetbalbonden, zelfs mensenrechtenorganisaties hebben gedaan en Louis van Gaal ongetwijfeld ook zal doen. Ook de man van het ‘totale mens principe’, die zelfverklaard normen en waarden hoog in het vaandel heeft staan, zal benadrukken dat dit WK niet aan Qatar had mogen worden toegewezen. Maar…, zal hij eraan toe voegen, nu het toch bijna zover is, doen we er beter aan om ernaartoe te gaan en zodoende de druk op Qatar en de vinger aan de pols te houden. 

Van Gaal zal, veel meer nog dan Frank de Boer, zijn spelers uit de wind proberen te houden en hen op het hart drukken zich te onthouden van uitspraken over de situatie in Qatar en zich louter te focussen op het sportieve doel. Want kennelijk kent het ‘totale mens principe’ situationeel zijn grenzen en zijn Louis’ normen en waarden selectief toe te passen. 

Natuurlijk laten wij ons graag verrassen en wie weet ontpopt Van Gaal zich wel als dé ambassadeur van de anti-WK Qatarbeweging. Je weet het nooit met Louis, maar de voortekenen zijn allesbehalve bemoedigend. Het lijkt er sterk op dat Van Gaal zijn zinnen heeft gezet op nog een laatste(?) kunstje en dat daarvoor alles moet wijken. Morele principes inbegrepen. 

Read Full Post »

Er is maar één persoon die dit ‘stelletje veredelde sterren’ van Oranje op hun plaats kan zetten. Althans, dat is de kennelijk wijdverbreide opvatting in Nederland. En zelfs daarbuiten. Zijn er duidelijkheid, overwicht en overtuigingskracht vereist, dan komt men onherroepelijk en onontkoombaar met Van Gaal op de proppen. Oké, ook Dick Advocaat heeft een naam op dat gebied, maar diens bijnaam De Kleine Generaal is niet alleen maar gebaseerd op zijn postuur. Er is in de huidige trainerskaravaan maar één generaal, en dat is Louis van Gaal.

Louis van Gaal

De kans dat Van Gaal voor de derde keer onze bondscoach wordt, is levensgroot, misschien zelfs al een beklonken zaak inmiddels. Naast de door velen als feit gepresenteerde analyse dat er vrijwel niemand anders beschikbaar is, wordt ook de tijdsdruk als argument aangedragen, vanwege de voor de deur staande hervatting van de WK-kwalificatiewedstrijden. Er moet een snelle klus worden geklaard, en laat dat maar aan Louis over. Aldus de evangalisten. Die daar dan nog aan toevoegen dat een buitenlandse trainer teveel inwerk- en gewenningstijd zou vergen. Een twijfelachtig argument als je bedenkt dat voetbaltrainers om de haverklap worden ontslagen en van hun opvolgers wordt verwacht dat ze stante pede resultaten gaan boeken.

Natuurlijk kan een clubcoach dagelijks met zijn groep werken, maar in deze geglobaliseerde voetbalwereld moet een slimme, communicatief vaardige trainer in staat zijn om met een paar groeps/trainingsessies en oefeninterlands de zaak op de rails te krijgen. Daarbij ondersteund door een eveneens goed doordacht samengestelde staf, waaronder bij voorkeur een of meer leden met kennis van de spelersgroep en de (organisatie)cultuur.

De korte-termijnsituatie (WK 2022) hoeft dus geen obstakel te zijn voor een buitenlandse coach, het kan volgens mij prima worden gecombineerd met de lange-termijnconstructie, die in mijn ogen gericht moet zijn op het herkrijgen van een herkenbare eigen voetbalstijl, op basis van de moderne trainingsmethoden, zowel in voetbaltechnisch als in fysiek en mentaal opzicht.

Het zal jullie niet verbazen dat ik geen voorstander (meer) ben van de bondscoach Louis van Gaal. Ik ben sowieso al geruime tijd Van Gaal-moe. Murw gebeukt door én alsmaar allergischer geworden van ’s mans performance. Van diens vermoeiende, pedante, gelijkhebberige, betweterige en vooral geheel van zelfrelativering en zelfkritiek gespeende presentatie en analyses. Van die o zo doorzichtige charmeoffensiefjes. Van die arrogante, hooghartige, intimiderende blik, waarvan ik me voortdurend afvraag hoeveel onzekerheid en twijfel die toch wel niet moet verbergen.

Ik vond het dan ook heel begrijpelijk dat deze spelersgroep niet op hem zat te wachten. Dat de vanwege weer andere oorzaken niet geschikte Frank de Boer er niets van heeft gebakken, is voorwaar nog geen reden om voetstoots aan te nemen – laat staan als bewijs te zien – dat Van Gaal er wel iets van had gebrouwen.

Frank de Boer

Naast mijn persoonlijke aversie tegen een type  bondscoach als Van Gaal, zijn er volgens mij ook voldoende meer zakelijke en objectieve redenen om voor een andersoortige bondscoach te kiezen. De tegenwerpingen dat Van Gaal zich ook heeft ontwikkeld en vernieuwd ten spijt – hij blijft in mijn ogen een oldskool-trainer, een exponent van de oude garde. Het type trainer dat autoriteit, soevereiniteit en ongenaakbaarheid wil uitstralen. Dat per definitie de vijand is van de pers (tenzij het doel een ander middel heiligt), met een communicatie en presentatie in het verlengde daarvan.

De absolute leeftijd van iemand hoeft daarbij overigens niet per se leidend te zijn. Een zestigplusser kan wel degelijk een vernieuwende trainersstijl bezitten, terwijl een veertigplusser hopeloos ouderwets kan zijn. 

Volgens mij raken de oldskool-voetbaltrainers uit de gratie, hoezeer ze onderling ook verschillen, bij diverse clubs en landen nog actief zijn en nog steeds (incidentele) successen boeken. Vooral bij nationale selecties heb je iemand nodig die zowel tactisch, psychologisch als communicatief onderlegd en vaardig is. En zeker deze Oranjeselectie is wat dat betreft gebaat bij een frisse, neutrale, onafhankelijke aanpak; bij een buitenlandse trainer dus. Eentje die zijn eigen visie en filosofie soepel kan combineren met de Nederlandse voetbalschool en -cultuur. En dus niet iemand als Van Gaal, die in het buitenland de (voetbal)cultuur van land of club naar zijn hand wil(de) zetten.

Eentje die op niet-polariserende, dus meer harmonieuze wijze met de pers omgaat. Eentje met een natuurlijk overwicht, die oog heeft voor de groepsdynamiek en de grotere ego’s tot acceptabel sociaal gedrag en meer oog voor het teambelang kan bewegen. Eentje met een vriendelijke, toegankelijke aanpak van en omgang met de spelersgroep. Eentje die ervoor zorgt dat ze voor hem (of haar?) door het vuur gaan vanwege zijn persoonlijkheid en niet omdat ze om een of andere reden bang voor hem zijn. Eentje dus die de juiste snaren weet te raken.

Ik besef dat ik hier de schier perfecte ideale trainer heb neergezet en dat deze niet bestaat. Maar iemand die dit ideaalbeeld enigszins benadert, moet toch ergens te vinden zijn? Of beter: we zouden we toch tijd en moeite moeten investeren om zo iemand op te sporen?

Wijk nou onderhand eens een keer af van het bekende stramien, van de gebaande paden, van de automatische reflex. Durf een nieuwe weg in te slaan en en een andere koers te bepalen. En trek je vooral niets aan van het gefleem met en de roep om Van Gaal  van de al evenzeer gevestigde orde in de voetbaljournalistiek. Die vinden het heerlijk om door Louis gekastijd te worden, smullen bij voorbaat alweer van zijn egomane paljas-persconferenties en zijn verzekerd van stof om over te schrijven dan wel oeverloos over te ouwehoeren in al die (zin)loze praatprogramma’s. Of dat nu wel of niet in het belang is van het Nederlandse voetbal, zal hen verder worst wezen.

Denmark boss Kasper Hjulmand wore a special bracelet in tribute to Christian Eriksen for Monday's 4-1 win over Russia

Kom dan eens met namen, hoor ik jullie al zeggen. Maar dat doe ik expres niet, omdat het dan alweer alleen maar zal gaan over die namen. Mij gaat het vooral om het principe en om de noodzakelijke andere richting die moet worden ingeslagen. Maar om een indicatie te geven van wie in dit profiel zou passen, wil ik één naam wel noemen: Kasper Hjulmand, de huidige bondscoach van Denemarken.

Read Full Post »

Vanmorgen zat ik gedachteloos de krant te lezen toen mijn iPad oplichtte en het bericht verscheen dat Willy van der Kuijlen op 74-jarige leeftijd was overleden. Er voer een schok door mij heen. Nu ben ik zelf 70 en is het niet uniek dat mensen van mijn generatie, of ouder, overlijden. Helaas is dat onontkoombaar. Meestal betrek je dat op jezelf. Je wordt geconfronteerd met zowel je leeftijd als je sterfelijkheid. Een enkele keer ben je er emotioneel meer bij betrokken als het een familielid of een goede vriend(in) dan wel bekende betreft. Die ‘goede bekende’ kan iemand zijn uit je eigen netwerk, al dan niet uit het verleden. Maar het kan ook iemand zijn die ‘op afstand’ een prominente rol in je leven heeft gespeeld: een grote sportpersoonlijkheid, een muzikant, een politiek figuur, een schrijver.

Een heel enkele keer treft zo’n ‘op afstand’-overlijdensbericht je vol in het gezicht. Je schrikt er harder van dan in andere, op het oog vergelijkbare situaties. Dat was vanmorgen dus het geval, toen ik het overlijdensbericht van ‘onze Willy’ onder ogen kreeg. Ik wist dat het niet goed met hem ging en dat hij leed aan Alzheimer. Niet dat ik voortdurend op de hoogte was van zijn lichamelijke en geestelijke toestand, maar het was mij bekend dat hij hoe dan ook achteruitging. Dat dit nu al zou leiden tot zijn dood, had ik in de verste verte niet verwacht. Ook vandaar natuurlijk de grote schok.

Maar het is meer. Het is ook vanwege de briljante voetballer Van der Kuijlen en misschien wel bovenal door de uiterst beminnelijke en bescheiden mens die Willy was. Ik ben nog van de generatie die huizenhoog opzag tegen zijn helden en idolen. Dat ze destijds veel minder in beeld kwamen dan tegenwoordig, speelt natuurlijk mee. Maar ik zou eigenlijk het liefst hebben gehad, dat sterren als Cruijff, Pelé, Maradona, Van Hanegem, Van Basten, Bergkamp en dus Willy, op hun hoogtepunt waren gestopt en daarna nooit meer iets van zich hadden laten zien of horen. Dat we alleen nog de beelden en de foto’s hadden. Nou ja, omdat Cruijff nu eenmaal alle wetten tart, wil ik wel een uitzondering maken voor de trainer Cruijff; want daarin leefde de voetballer voort.

En nu we het toch over de man hebben: het heet dat Cruijff Willy’s interlandcarrière, al dan niet bewust, heeft gedwarsboomd. Hoe dan ook is Van der Kuijlen altijd in Johans schaduw gebleven. Terwijl hun potentiële voetbalkwaliteiten nauwelijks uiteenliepen. Qua persoonlijkheid kon echter het verschil niet groter zijn. Dat ze samen in Brabant carnaval vierden, leverde dan ook een van de meest curieuze foto’s ooit op.

https://images0.persgroep.net/rcs/CFviuAs1T7LFqQcN07IDPUSzDD0/diocontent/100836710/_fitwidth/694/?appId=21791a8992982cd8da851550a453bd7f&quality=0.8&desiredformat=webp

In Willy school geen groot trainer. Daar was hij niet de persoon voor. En ik kan het enigszins weten, omdat hij de (A1-jeugd)trainer is geweest van mijn zoon. Natuurlijk had hij kijk op het spel en dwong hij respect af vanwege zijn status en traptechniek. Maar hij miste ten enenmale de bravoure, de onverschrokkenheid, de verbale vaardigheden en het natuurlijke gezag; eigenschappen die onontbeerlijk zijn in het ‘moderne’ trainersvak. Wel leerde ik hem daardoor persoonlijk wat beter kennen en werd ik dus getroffen door zijn vanzelfsprekende ‘gewoonheid’. Dan zat ik aan de bar van de kantine koffie te drinken met een van de allerbeste voetballers die Nederland ooit heeft voortgebracht en was het alsof ik met de spits van het vijfde van de plaatselijke amateurclub zat te praten.

Een paar jaar geleden had ik het lumineuze plan opgevat om in het kader van het retrovoetbalevenement BallenopdeBerg zijn legendarische ‘door-het-net-doelpunt’ tegen FC Wageningen in het echt na te spelen met de hoofdrolspelers: Van der Kuijlen dus, Wageningen-doelman Bert van Geffen en arbiter van dienst Jan Keizer. Via via kreeg ik Willy’s mobiele nummer en ik belde hem. Hij nam vrijwel meteen op, maar wat bleek: hij zat in de auto ergens in een vakantieland. Hij stond me uiterst vriendelijk te woord, maar moest helaas verstek laten gaan vanwege die vakantieplannen.

Een jaar of twee geleden zag en sprak ik hem voor het laatst. Bij een jubileumviering van Chinees restaurant Mei Wah in Veldhoven. Net als mijn vrouw en ik kwamen de PSV’ers daar vaak in de jaren ’70 en ’80. Van het gezelschap waarin hij verkeerde, vernam ik toen ook al dat het in geestelijk opzicht bergafwaarts met hem ging. Zijn zichtbaar toegenomen kwetsbaarheid ten spijt, kon ik gelukkig nog een goed gesprek met hem voeren. En ook nu weer viel me Willy’s beminnelijkheid op. Uiteraard kon ik toen niet bevroeden dat hij een paar jaar later er niet meer zou zijn, maar daar werd ik me toen wel scherp en pijnlijk bewust van zijn en mijn vergankelijkheid.

Er is wat mij betreft op zijn minst nog één overeenkomst tussen Willy en Johan. De (na)schok die hun overlijdensbericht bij mij persoonlijk teweegbrengt, is alleszins vergelijkbaar en even groot. Hoezeer zij ook verschilden als persoon en qua voetbalcarrière. En dat zal ongetwijfeld tot uitdrukking worden gebracht in het verschil in aandacht dat er aan zal worden besteed. Maar voor mij waren ze even groot. Ze maakten beiden op mij een vergelijkbare, onuitwisbare indruk.

Willy van der Kuijlen was, ondanks zijn nukken, onmiskenbaar de sympathiekste, een man vol compassie. Maar op het voetbalveld straalde zijn ster als die van geen ander, waren zijn schoten met links én rechts meedogenloos hard en zuiver, zijn kapbewegingen ongeëvenaard.

‘Onze Willy’ is niet meer, maar in vele voetbalharten zal hij blijven voortleven. Moge hij rusten in vrede.

Read Full Post »

Ome Hein 70

Onlangs werd ik 70 jaar jong. Dat ik deze gezegende leeftijd zonder al teveel kleerscheuren heb bereikt, is op zich al een heuglijk feit. Toch zou er weinig aandacht aan worden geschonken. Sowieso vier ik mijn verjaardag al jaren niet meer met bezoek, omdat we rond deze tijd vaak op vakantie zijn. Maar natuurlijk ook vanwege die verrekte corona.

Dit jaar gingen we de dag vooraf naar Amsterdam om daar op te passen en ook te blijven slapen, om dan de volgende dag in familiekring toch mijn verjaardag een beetje luister bij te zetten. Prettige bijkomstigheid was dat ik op zaterdagmorgen mijn kleinzoon weer eens kon zien voetballen bij good-old De Volewijckers. En bovendien konden we het combineren met de verjaardag van ons jongste kleinkind, op de zondag aansluitend, in Weesp.

De oppasdag verliep weliswaar nogal verrassend en onvoorspelbaar, maar dat is altijd de charme van dit huishouden geweest. Tegen de avond zou ik kleinzoonlief, samen met diens vader, op gaan halen van de training en ondertussen zou er door de anderen friet worden gehaald. Want patat lusten wij Brabo’s niet. Bij het sportpark gearriveerd, liep zoonlief richting het hoofdveld, dus ik vermoedde dat de training eenmalig daar ergens in de buurt was.

Ome Hein 70

Het hoofdveld oplopend en overstekend, draai ik onwillekeurig mijn hoofd richting de tribune en ben tot mijn stomme verbazing getuige van afgestoken knallend vuurwerk en rookbommen. In een flits bedenk ik dat die maffe zoon van me een paar Volewijckers zo gek heeft gekregen om mij aldus te verrassen voor mijn verjaardag. Maar als de rook langzaam optrekt, ontwaar ik de ene na de andere bekende, naast mijn echtgenote, mijn andere zoon, mijn schoondochters, mijn kleinkinderen en nog een paar andere familieleden. Ik sta volkomen perplex.

Onder de bekenden een aantal inmiddels dierbare ‘blogbroeders’, Voetblah-scribenten (speciaal voor Marcel;-)) en medewerkers van hét voetbalcultuurmagazine Staantribune, die ik allemaal in de loop der jaren heb leren kennen in verband met redactiewerk en het organiseren van een aantal retrovoetbalevenementen, te weten IndenBanvanAbe, BallenopdeBerg en Hargabal, in respectievelijk Haarlem, Wageningen en Schiedam.

Nog maar nauwelijks van de verbazing bekomen, wordt mij een shirt overhandigd dat bestaat uit delen van shirts van alle clubs waar ik gevoetbald heb. Dat zijn achtereenvolgens Marvilde (Veldhoven), SV Oostrum uit de gelijknamige plaats, RKVVO en Rood-Wit, eveneens uit Veldhoven.

De gerenommeerde ‘voetbalshirtprofessor’ Floor Wesseling is verantwoordelijk voor dit unieke kunststukje en is hierover zelf klaarblijkelijk zó mee in zijn nopjes dat hij van plan is om het op te nemen in een boek waarin nog meer groten der aarde komen te staan. Maar zonder gekheid: ik mag daarin dus figureren naast echte voetbalsterren!

Hierna wordt duidelijk dat er een heuse voetbalwedstrijd op het programma staat, waarin ikzelf ook word geacht mee te spelen. Maar ook vrijwel alle aanwezigen, inclusief mijn vijf kleinkinderen – die reeds in vol voetbaltenue-ornaat achter de bal aan huppelen – zullen meedoen. Helaas gooit ook nu weer dat kutcorona roet in het eten, omdat een van de aanwezigen de melding krijgt positief te zijn na een eerder die week afgenomen test. En dus onverwijld met aanhang het sportpark moet verlaten. Daaronder ook, tot mijn en hun grote verdriet en teleurstelling, twee van mijn kleinkinderen. Na  ampel overleg wordt besloten om de voetbalwedstrijd te schrappen. Wel wordt afgesproken om op de tribune nog wat te drinken en te snacken, uiteraard met inachtneming van de coronaregels. Gelukkig zijn verder alle aanwezigen daartoe bereid.

Mooie gelegenheid dus om iedereen die de moeite heeft genomen om erbij te zijn, te begroeten en te bedanken voor de enorme verrassing. Ik mag nog wat cadeautjes in ontvangst nemen, maar uit handen van mijn kleinkindkoningin, de oudste, ontvang  ik een waarlijk schitterend geschenk: een ingelijste oude voetbalfoto van mij, gehaald van een elftalfoto, prominent voor op een gefingeerde Staantribune-cover. Prachtig ingekleurd door een van onze dierbare blogbroeders van Kentudezenog, Jasper Theodorie. Verder daarop vermeld al ‘mijn’ voetbalclubs en retrovoetbalevenementen. Een overweldigend en uiterst origineel cadeau!

Na nog een rondje langs de ‘blogbroeders en – zusters’, word ik naar het midden van de tribune gedirigeerd, alwaar mij wordt verzekerd dat ik nu iets te horen ga krijgen over en van iemand, wat mij zeker aan zal spreken. Er wordt een geluidsapparaat hooggehouden, er klinkt een mij vertrouwde begintune en ik hoor de stem van iemand die ik meteen herken: Frank Heinen! Eerst denk ik nog dat hij het gaat hebben over iemand die ik bewonder, maar het blijkt over mijzelf te gaan! Mijn emoties krijgen de overhand, want het gaat dus niet over iemand DIE ik bewonder, maar het wordt gesproken DOOR iemand die ik adoreer! En hij heeft het over mij! Het is helemaal in de stijl van zijn befaamde en alom geprezen Eindsignaal, waarmee hij op zondag altijd Studio Voetbal afsluit. Deze zeer speciale, dierbare editie krijgt de naam Heinsignaal mee. Ik krijg tranen in mijn ogen en wordt overmand door een mengeling van intense ontroering, vreugde en dankbaarheid; sorry, ik kan er echt niets anders van maken.

Frank Heinen zegt weleens dat ik misschien wel zijn grootste fan ben. Of dat waar is, weet ik niet, maar dat ik al jaren zeer gecharmeerd ben van zijn schrijfstijl en invalshoeken, is een understatement. Wij kennen elkaar een beetje van een paar evenementen en van Voetblah en Staantribune, maar op basis daarvan alleen kon zelfs Frank natuurlijk geen Heinsignaal maken. Maar met de informatie die hij van mijn dierbaren kreeg toegespeeld, wist hij natuurlijk wel raad en gaf er zijn geheel eigen Eindsignaal-draai aan. Met een schitterend eindresultaat!

Het behoeft geen betoog dat ik hiervan op de tribune nog een tijdlang heb nagenoten en over heb nagepraat. Het duurde wel even voordat ik de emoties had verwerkt en alles goed tot me was doorgedrongen. Legio foto’s en filmpjes passeerden de revu en het Heinsignaal heb ik eerlijk gezegd inmiddels al diverse keren beluisterd.

Ik had helemaal niks verwacht en zeker niet in deze trant. Daar komt nog bij dat ik hoorde dat de blogbroeders en mijn dierbaren hier al geruime tijd mee bezig waren en dat het ook nog eens flink was afgeschaald (om even in de thans populaire terminologie te blijven). De oorspronkelijke plannen waren kennelijk nog veel ambitieuzer. Ook hier werd  corona de spelbreker, omdat nogal wat beoogde deelnemers het niet aandurfden om te komen en het sowieso te druk zou worden. Dat op de valreep ook nog het voetballen moest worden afgeblazen, was natuurlijk een domper. Vooral voor de initiatiefnemers, de spelers en mijn kleinkinderen in het bijzonder, die er zich zo ontzettend op hadden verheugd. En het was vooral ontzettend jammer dat twee kleinkinderen met hun ouders na een korte aanwezigheid naar huis moesten.

Maar dan nog bleef er voor mij zó veel moois en verrassends over, dat ik er met heel veel dankbaarheid en intens genoegen op terugkijk. En dank hiervoor dan ook iedereen uit de grond van mijn hart. Natuurlijk mijn lieve echtgenote, mijn prachtzonen en wonderschoondochters. Daarnaast de aanwezige blogbroeders, met op de eerste plaats Mathieu van Strijp, die naar verluidt de eerste slinger eraan heeft gegeven. De blogbroeders van het eerste uur, Marcel Stephan, Rodney Rijsdijk en Gerben Kappert. De Voetblah-redacteuren Tim Jansen en Tim Cardol, de Smakmannen en -vrouw (nicht). Mijn dierbare blogzuster Annemarie Postma. Evenement-broeder Maarten Tuininga. Mijn broer Theet en partner Yet, mijn neven Tom en Tim Meurs. Mijn Staantribune-collega’s Jim Holterhues, Eric de Jager en Michiel Wilman. En tot slot mijn geweldige, prachtige kleinkinderen Lin, Manus, Minne, Liva en Izzie!

Het was fantastisch! Waarvan akte.

Ome Hein 70

PS: Blogbroeder en co-evenementorganisator van het eerste uur, Marcel Stephan, heeft een prachtig stukkie over deze activiteit geschreven en wie meer van de mooie plaatjes is, kan hier terecht.

Read Full Post »

Laatdunkend, wat een prachtig woord
Zo’n woord dat mij volop bevredigt
Volstrekt uniek, ook in zijn soort
Helaas, of juist niet, schaars gebezigd

Ook erudiet qua synoniem
Neem aanmatigend, zelfgenoegzaam
Net als laatdunkend anoniem
en in gebruik uiterst behoedzaam

Je kunt het ook heel letterlijk nemen
en richten op het basketbal
Wie daar laatdunkendheid wil claimen
komt na de hoogmoed prompt ten val

Kortom, een woord o zo veelzijdig
Me dunkt, het is nog niet te laat
Klinkt ogenschijnlijk tegenstrijdig
Suggereert dat er iets anders staat

Laat betekent hierin laag
Een hoge dunk daarbij indachtig
Dan rijst bij mij meteen de vraag
Is laagdunkend niet meer waarachtig?

Neen, om de dooie donder niet!
Laatdunkend klinkt duizendmaal mooier
Iets wat je niet terstond doorziet
Kunstzinnig als een eierdooier

Read Full Post »

Het is alweer geruime tijd geleden dat ik niet-kleinkindgerelateerd mijn innerlijke zielenroerselen aan dit blogske heb toevertrouwd. Niet dat ik alleen maar in de ban was – en nog steeds ben – van dat heerlijke kleine spul en van het edele voetbalspel, maar het kwam er gewoon niet van. Ook al hebben mijn vingers vaak genoeg gejeukt. Een heel enkele keer bezondigde ik mij aan een ingezonden stukje voor de krant, maar verder reageerde ik mij voornamelijk af op mijn dierbaren of op de sociale media.

Er is nu echter iets gaande dat mij er als het ware toe dwingt om uitvoeriger en (hopelijk) meer doorwrocht te reageren. Verwacht van mij geen bekentenissen en boetedoening in de heftige #MeToo-campagne. Ook al zou ik me als zodanig niet al te netjes hebben gedragen dan wel onheus bejegend zijn, dan is dit, of welk publiek platform dan ook, wel de allerlaatste plek waarop ik dat zou openbaren. Dat betekent overigens niet dat ik vind dat dit standpunt door iedereen zou moeten worden ingenomen. En ook niet dat je te allen tijde zou moeten vermijden om hetgeen jou ongewenst is aangedaan in de publiciteit te brengen. En dat dus het politiebureau c.q. de rechtbank de enige en juiste plek is om dit te vertellen en dus aangifte te doen. Uiteraard verdient dat verreweg de voorkeur en de prioriteit, maar ik kan me wel degelijk voorstellen dat je in je machteloosheid en complexe bewijsbaarheid je toevlucht elders, bijvoorbeeld in de pers, zoekt.

Daar zijn dan wat mij betreft wel een aantal voorwaarden aan verbonden. Ten eerste mag, zeker van iemand die de volwassen leeftijd heeft bereikt, worden verwacht dat je zeker van je zaak bent en dat het ook serieus misbruik, aanranding of nog erger is geweest. Dat je bij dubieuze, maar niet per se strafbare handelingen wel duidelijk hebt aangegeven dat je het ongewenst vond. Dat je er dus zelf ook geen dubbele agenda op nahield. En dat de ‘dader’ iemand is op een positie waardoor het het risico van meer slachtoffers en van recidive aanzienlijk is. Ben je overtuigd van dit alles en loop je bij de wettelijke instanties tegen een muur op van onbegrip of handelingsverlegenheid, dan is het wat mij betreft legitiem om de openbaarheid te zoeken. Waarbij je je er dan wel heel erg van bewust moet zijn welk medium je kiest en dat de zaak in de openbaarheid een geheel eigen dynamiek krijgt, die mogelijk een rechtmatige en rechtvaardige gang van zaken zal belemmeren. Zowel voor het ‘slachtoffer’ als de ‘dader’. En niet te vergeten omdat de media hun eigen commerciële motieven (lees kijkers, lezers, abonnementen) hebben.

Op het gevaar af van te worden beschuldigd van victim blaming én, toegegeven, met enige huiver voor het feit dat het daadwerkelijke slachtoffers zal afschrikken zich te uiten, moet me toch van het hart dat ik een aantal essentiële elementen in de hele discussie mis. Of dat daar in elk geval te weinig nadruk op wordt gelegd. Hoezeer het ook evident is dat er in vele gevallen sprake is van een grote afhankelijkheidsrelatie en machtspositie, is het tegelijkertijd ook evident dat die situaties vaak in stand worden gehouden. En daarvoor zijn de afhankelijken mijns inziens eveneens verantwoordelijk. Naast degenen die niet specifiek in een van beide posities zitten, maar wel degelijk op de hoogte (kunnen) zijn van de onevenredige machtsongelijkheid. Lankmoedigheid, laisser faire, gebrek aan saamhorigheid, angst, egocentriciteit, carrièrebreuk: het kennelijke onvermogen om een machtsblok te vormen tegenover een alom bekend zijnde machtsongelijkheid heeft vele vaders. In bijna alle gevallen die de laatste tijd uitgebreid in de media zijn gekomen – van Weinstein tot Spacey, van Louis C.K. tot Sepp Blatter, van Gosschalk tot zelfs Gijs van Dam (volgens Jelle Brandt Corstius tenminste) – gingen al langer geruchten, of was zelfs wijd en zijd bekend, dat ze zich misdroegen of in elk geval de grenzen van het betamelijke opzochten.

#MeToo 15169846_G

Dat deze mensen – mits ze hebben bekend of inderdaad schuldig blijken – langere tijd ongestraft hun gang konden gaan, is natuurlijk in eerste instantie en ook in hoofdzaak henzelf te verwijten. Dat echter velen, waaronder volgens mij ook menig zichzelf als slachtoffer opwerpend persoon, om voor hen moverende redenen mede deze situatie hebben gecreëerd en in stand gehouden, is tot dusver onderbelicht gebleven in deze discussie. Het kan niet anders dan dat vele niet direct betrokkenen, die echter wel op de hoogte waren van wat er speelde, kilo’s boter op hun hoofd hebben. Hen valt zeker te verwijten dat ze (potentiële) slachtoffers in de kou hebben laten staan en verzuimd hebben om hun invloed aan te wenden teneinde de ‘misbruiker’ ter verantwoording te roepen en daardoor mogelijk verder misbruik te voorkomen. Tevens zijn zij medeverantwoordelijk voor een kennelijk ontstane situatie waarin er onverantwoord sprake was van afhankelijkheid en machtsongelijkheid. Het is de hardnekkige, klassieke situatie van een zwijgende, niet direct betrokken, maar wel ingevoerde meerderheid die misstanden op hun beloop laat uit pure onverschilligheid of misplaatste neutraliteit.

Ja, ook uit eigen ervaring weet ik dat het op één lijn krijgen van meerdere personen om tegen wat dan ook in het geweer te komen een vaak frustrerende, want heilloze weg is. Velen zijn het er in de koffiekamer en in de wandelgangen wel over eens dat het er iets aan gedaan moet worden, maar als het er echt op aankomt, heeft eenieder zijn/haar eigen agenda, belang, persoonlijke afweging en alibi om zich er toch maar niet mee te bemoeien. We leven in een democratie en zijn er als de kippen bij om totalitaire regimes af te keuren, maar nemen het kennelijk op de koop toe wanneer een dergelijk monopolie of zelfs dictatoriale alleenheerschappij zich binnen onze eigen werkkring voordoet.

Maar het mag ook niet onvermeld blijven dat er ambitieuze, aankomende carrièrejagers zijn die heel ver wensen te gaan om hun doel te bereiken. En dat kan zowel in de actieve als passieve (dus toelaten en verzwijgen) sfeer liggen. Ook dat mag – en dit kan ik niet vaak genoeg benadrukken – voor degene die hierover wikt en weegt absoluut geen excuus zijn om hiervan misbruik te maken. Het werpt echter wel een ander licht op het slachtofferschap. Het geeft eens te meer de complexiteit aan van de #MeToo-discussie in het algemeen en van (vermeend) seksueel misbruik in het bijzonder.

Dat nu alle vormen – van onwelgevallige tot aan ronduit verwerpelijke en strafbare handelingen – op één hoop worden gegooid is een onmiskenbaar en onvermijdbaar, maar ook betreurens- en afkeurenswaardig uitvloeisel van onze mediamaatschappij. Dat daarbij ‘daders’ zonder enig(e) bewijs en vorm van proces aan de schandpaal worden genageld, is een uiterst kwalijke zaak, die ook geen recht doet aan de werkelijke slachtoffers. Het zwaard van #MeToo komt meedogenloos en onomkeerbaar neer op al degenen die nu publiekelijk worden aangeklaagd zonder aanzien des persoons en ernst van delict. Anders gezegd: het zijn niet de aard en zwaarte van het ‘misbruik’ die het vonnis bepalen, maar de massaliteit en de kracht van de publiciteitscampagne.

Het spreekt vanzelf dat we ontkennende ‘daders’ niet onvoorwaardelijk moeten geloven, maar dat geldt evenzeer voor ‘slachtoffers’, zeker waar het zaken van langer geleden betreft. Niets is zo bedrieglijk en selectief als het geheugen.

Wil men, kortom, de #MeToo-discussie serieus nemen, dan dienen zowel de ‘daders’ als de ‘slachtoffers’ serieus te worden genomen. Dan moeten beide direct betrokken partijen toerekeningsvatbaar worden verklaard, dus verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hun doen en laten. Schuldig bevonden daders dienen te worden veroordeeld, waarbij ook zoveel als mogelijk moet worden voorkomen dat ze nog meer slachtoffers maken. Het serieus nemen van ‘slachtoffers’ mag zich mijns inziens niet beperken tot het klakkeloos geloven, maar zou zich verder uit moeten strekken tot het analyseren van hun doen en vooral laten. Dat houdt in zonder verwijt en schuldvraag proberen te achterhalen wat de beweegredenen waren om het toe te laten of om ondanks dwang of geweld geen aangifte te doen; om er pas later mee voor de dag te komen en waarom juist dan, enzovoorts.

Pas als beginnende carrièremakers zich ervan bewust zijn dat ze zich wel degelijk te weer kunnen stellen, dat hun integriteit belangrijker is dan hun carrière, sterker nog: dat juist hun integriteit hen verder helpt in hun leven en hun loopbaan, dan pas zal hun afhankelijkheidspositie verbeteren en zullen er veel minder ‘daders’ en dus ‘slachtoffers’ zijn. Maar dat kan alleen worden bereikt met behulp van de derde, niet direct betrokken, maar wel degelijk medeverantwoordelijke partij: de collega’s, de omstanders, de toekijkers. Zolang die blijven volharden in hun passiviteit en zich slechts beperken tot medeleven en morele, vaak selectieve, verontwaardiging achteraf, zullen (potentiële) slachtoffers machteloosheid blijven ervaren en zal de #MeToo-campagne, naast het wel degelijk aanwijsbaar nuttige effect, het bijkomende imago van een opportunistische heksenjacht niet van zich af kunnen schudden. Waarvan akte.

Ps. Waar ik ‘daders’ en ‘slachtoffers’ of  verder iets tussen aanhalingstekens zet, is dit omdat ik vind dat er zonder bewijs of bekentenis niet van daders en slachtoffers ‘gesproken’ mag worden.

Read Full Post »

Wie bij mij normaal timet, komt te laat
Geparafraseerd, maar Cruijff-jargon
Het zegt precies waar het om gaat
Waarom je nimmer om hem heen kon

Omdat hij wél om iedereen heen kon
Op en buiten elk terrein
Dat als – maar ook hoe – je heel graag won
je creatief én doelgericht moest zijn

Mijn onversneden Cruijff-verering
komt uit mijn voetbaltechnisch hart
Een oergevoel, geen beredenering
omdat de mens Cruijff mij verwart

Me zelfs met tijden tegenstond
al lag dat vaak toch ook aan mij
Snel als ik klaarstond met mijn mond
en ik graag wilde zijn als hij

Uniek, rebels en eigenzinnig
broedend op effectbejag
Verbaal en ballend lekker vinnig
omdat hij alleen – en ik – het zag

Met Pietje jonglerend, carambolerend
Allerlei soorten van effect
Op alle fronten druk docerend
Balontvankelijk onbevlekt

Cruijff, Hendrik Johannes, fenomeen
– met dank aan Nico Scheepmaker –
had niet slechts een linker- en rechterbeen
maar was als snelle voetbalschaker

zelfs vierbenig toegerust
Omdat hij de bal met beide benen
met binnen- en buitenkant heeft gekust
Zwanger effect zat in zijn genen

Dus ik trapte geen bal meer recht vooruit
Gaf werkelijk overal een draai aan
Had zowat hetzelfde haar en snuit
Zelfs mijn benen gingen krom staan

Ook ik was eigenlijk een scharminkel
Ofschoon een tikkeltje te groot
maar waande me, als boerenkinkel
toch min of meer een soortgenoot

Nu hij van ons is heengegaan
besef ik, het was sublimatie
Jeugdige overmoed of grootheidswaan
maar geen ander had zó mijn adoratie

Zovelen die zijn overleden
Doden die diep worden betreurd
Het is veelal van me afgegleden
Beschaamd heb ik mezelf bekeurd

Dat dit me zo heeft aangegrepen
ontlokt ook mijn verontwaardiging
Dat ik zo nodig nu moet dwepen
en selectief ben in benadering

Och, het zal Johan geenszins deren
Hij dartelt nu daarboven rond
Terwijl hij Bowie tracht te leren
hoe je controle krijgt op voetbalgrond

Read Full Post »

Je kon er op wachten, de tegengeluiden, de ‘nuanceringen’ en relativeringen naar aanleiding van de inderdaad vaak hypocriete en gratuite steunbetuigingen aan (de slachtoffers van) Charlie Hebdo. Ook ik heb in een opwelling enige tijd mijn profielfoto op Twitter en Facebook vervangen door – excusez – Je Suis Charlie. En dit, na enigszins tot bezinning te zijn gekomen, weer teruggedraaid in Je Suis Opa. Niet zozeer omdat ik het achteraf betreur, maar omdat ik natuurlijk allesbehalve Charlie ben. En omdat ik in elk geval wel vol overtuiging opa ben. Maar toch vooral omdat ik het bij nader inzien nogal aanmatigend vind om me ook maar enigszins te vergelijken met de cartoonisten van Charlie Hebdo.

Doden Charlie Hebdo xxl

Cartoonisten die te pas en te onpas, maar altijd met recht en reden, hun satirische pijlen richtten – en die hun collega’s hopelijk blijven afschieten – op alle rotsvaste geloven, dogma’s, machtshebbers en sektarische groeperingen. En daarin is alles geoorloofd; zonder aanzien des persoons en des geloofs, geen God of profeet uitgezonderd. Het recht om wat of wie dan ook te bespotten, is het fundament van onze democratie, de kern van onze beschaving, hoe tegenstrijdig dit ook klinkt. Dat daardoor mensen dan wel groeperingen zich gekwetst of beledigd voelen, is hooguit te betreuren, maar onontkoombaar en inherent aan dit grondrecht. Daarbij is het je gekwetst en beledigd voelen een uiterst individueel, subjectief en selectief fenomeen. Sterker nog, het lijkt wel alsof we daar heden ten dage patent op hebben. En dat beperkt zich zeker niet enkel tot de moslimwereld. De zieltjes worden steeds teerder, de tenen steeds langer. De gevoeligheid is van alle markten thuis.

In mijn huiskrant het ED lees ik dat ‘het verschil tussen humor en belediging flinterdun is’. Ook elders begint dit soort kanttekeningen steeds meer terrein te winnen. In tal van opiniebijdragen wordt dit, weliswaar in verschillende bewoordingen en met diverse invalshoeken, benadrukt. De rode draad door vrijwel alle betogen heen is dat het recht van meningsuiting zijn grenzen van betamelijkheid kent. Dat je mening geven in de vorm van humor, satire en cartoons niet mag uitmonden in kwetsen en beledigen. Menigeen haastte zich eraan toe te voegen dat men wel de aanslagen en executies veroordeelde, natuurlijk. Maar wel in die volgorde. Welnu, als die flinterdunheid al bestaat, dan is het toch eerst en vooral vanwege die overgevoeligheid. Of anders gezegd: door een schromelijk gebrek aan incasseringsvermogen, gevoel voor humor, satire en ruimdenkendheid.

Cartoons Charlie Hebdo image_thumb19De allereerste reacties en reflexen waren nog omgekeerd: eerst je afschuw uiten en dan dat vreselijke ‘maar’. Want steevast volgde de toevoeging die inhield dat je wel op je woorden en tekeningen moest letten. Ik vind beide reactiepatronen zowel verwerpelijk als gevaarlijk en beledigend. Verwerpelijk omdat het impliceert, of op zijn minst de suggestie wekt, dat de cartoonisten het over zichzelf hebben afgeroepen. Gevaarlijk omdat het ruimte en voeding geeft aan de personen die tegen het gedachtegoed van de jihadisten aan schurken of in twijfel verkeren hoe ermee om te gaan. Beledigend voor de slachtoffers – die, hoe je het ook wendt of keert, de ongelijke strijd met hun leven hebben moeten bekopen – en voor de nabestaanden die onze onvoorwaardelijke steun en sympathie verdienen in plaats van verkapte kritiek op de stoutmoedigheid van hun gesneuvelde dierbaren.

Als er ook maar iets flinterdun is, dan is het ons besef en de appreciatie van onze vrijheid van meningsuiting. Hoe selectief en arbitrair daar in verschillende tijdsgewrichten en plekken ook mee om wordt gegaan in de westerse wereld, het is een groot goed dat we dienen te koesteren en verdedigen met alles wat in ons zit. Een verworvenheid die we uit moeten stralen naar de landen die nog (lang) niet zo ver zijn. Het is juist die broze verdeeldheid waarop de terreurzaaiers zich richten. Zij spinnen garen bij onze mitsen en maren. Als wij ons onderling verliezen in zinloze discussies over het invullen en de gevolgen van onze vrijheid van meningsuiting, zullen de tegenstanders hiervan gebruikmaken en zich nog meer alibi’s weten te verschaffen om hun vaak jonge, suggestibele strijders te rekruteren en indoctrineren. Want dát zijn de kwetsbare, gevoelige personen die uiterst vatbaar zijn voor de verderfelijke boodschap van de ronselaars.

-

Humoristen, columnisten, cartoonisten en satirici in welke hoedanigheid dan ook behoeven een ongebreidelde vrijheid van meningsuiting. Of en in hoeverre ze daarvan gebruikmaken, is hun eigen afweging, niet de onze. Dat geldt ook in het overige debat, al spelen daarin de betamelijkheid en welvoeglijkheid een grotere rol. Je kunt niet een beetje of een bijna volledige vrijheid van meningsuiting hebben, net zo min als je een beetje zwanger kunt zijn. Het is alles of niks. En wie zich dan toch gekwetst of beledigd voelt, kan naar de al dan niet rijdende rechter.

De slachtoffers, hun nabestaanden en de overlevenden van de aanslagen verdienen onze onvoorwaardelijke steun en alle (barbaarse daden van) terroristen en fundamentalisten verdienen onze ondubbelzinnige verwerping en verontwaardiging. Zonder mitsen en maren. Laat ons die maar voor ons zelfonderzoek bewaren.

Read Full Post »

Het is een prachtige zomerdag. Zittend op mijn balkon kijk ik uit over Park Meerhoven en over de sportvelden van voetbalvereniging DBS, waarop de talloze neergestreken meeuwen zich niets aantrekken van de grasmaaiende tractoren. De wind ruist door de bomen, het is niet te warm: een in alle opzichten vredig decor. Wat wil een mens nog meer?

Maar ditzelfde vredige decor is ook op zo’n twee kilometer afstand van Eindhoven Airport, waar aanstonds de landing wordt verwacht van de twee vliegtuigen die in elk geval een gedeelte van de slachtoffers van de aanslag op de MH17 eindelijk naar huis brengen. Misschien zie ik zelfs de toestellen wel in de lucht vlak voor de landing.

Ik was eigenlijk bezig met een stuk te schrijven over Robin van Persie. Het ligt al dagen op de plank en het gaat nota bene, onder meer, over perversie. Want woordspelingen zijn mijn noodlot. Maar ik kom er niet mee verder. Wat moet ik met perversie in combinatie met voetbal als de perversiteit van het menselijke bestaan zich in al zijn gedaantes voor onze ogen afspeelt?

obs-mazuroDe misdadige gebeurtenissen, de mensonterende beelden, de menselijke gebreken en tragedies laten me niet los. Ik kijk naar de tv, luister naar de radio, lees de kranten en volg de social media. Stuur linkjes door, retweet mij welgevallige of juist schokkende berichten en meng me in discussies, vooral op Twitter. Ik vind van alles en balanceer voortdurend tussen walging, woede, medeleven, bewondering en verbijstering. Over allerlei ontwikkelingen, beelden, personen en gedragingen. Maar toch vooral over mezelf.

Het zal wel een functie hebben en ik moet mezelf ook weer niet te hard vallen, maar toch. Waarom moet ik zo nodig te pas en vooral te onpas overal op reageren? Wat schieten de nabestaanden van de slachtoffers daarmee op? Waarom moet ik zo nodig mijn gelijk halen? Wie zit er op mijn goed- dan wel afkeuring te wachten? Wil ik aantonen dat ik betrokken en deugdzaam ben? Waarom heb ik, naast wel degelijk ook waardering, ook bijgedachten bij de alom geprezen speech van Frans Timmermans? In die zin dat het hem straks geen windeieren zal leggen met het oog op zijn onmiskenbare ambities? Sorry Frans. Het zegt veel meer over mijzelf.

Waarom heb ik mijn bedenkingen bij uitlatingen van onze regeringsvertegenwoordigers en het koningshuis over het ‘hele land dat rouwt en begaan is; dat alle Nederlanders diep geschokt zijn en volop meeleven’? Wat heeft het voor zin om daar tegenin te brengen dat er altijd landgenoten zijn die er zich geen barst van aantrekken of in elk geval veel meer bezig zijn met hun eigen sores en belangen? Wie is daarbij gebaat? Waarom erger ik mij aan de obligate teksten die Willem Alexander tegenover het volk uitspreekt? Ik heb toch niks met het koningshuis, dus waar maak ik me druk over? Voor de direct betrokkenen maakt het waarschijnlijk helemaal niks uit en is het een troost dat men hoe dan ook medeleven betuigt.

Net nog vond ik het nodig om te laten weten dat het door de FIFA gekozen WK-Dream-Team een lachertje is. Over prioriteiten gesproken. Waarom moet ik zo nodig blijk geven van mijn verbijstering dat de FIFA het bestaat om uitgerekend vandaag met Poetin in Rusland de toewijzing van het WK in 2018 te vieren? Waarom heb ik nu ook ineens kritiek op het feit dat Rusland daarvoor überhaupt is aangewezen? Opportunisme en selectieve verontwaardiging ten top, iets wat ik o zo vaak anderen en andere instanties verwijt.

Nationale rouw, waarom niet? Ook al weet niemand precies wat hij ermee aan moet. Zojuist kreeg ik een mailtje van mijn tennisvereniging dat in het kader van deze nationale rouwdag het park de gehele dag gesloten is. En inderdaad, ik zou vanavond gaan tennissen. Het is onze wekelijkse tennisavond en inderdaad, ik had me er toch wel op verheugd. Alleen al als fysieke uitlaatklep van al die triviale hersenspinsels die ik hier aan u en aan mezelf toevertrouw. Dus teleurstelling. Nationale rouw, prima. Maar ten koste van mijn vaste tennisavond? Het spijt me, nabestaanden. Excuses, tennisvereniging. Mijn morele kompas en politieke correctheid hebben het inmiddels weer van mijn egocentrisme overgenomen.

En de Gazastrook dan? En Mosul? En Syrië? En…? Zojuist las ik dat er vanuit hetzelfde rampgebied door de rebellen twee Oekraïense straaljagers zijn neergeschoten. Maar net zag ik ook prachtige plaatjes van mijn kleinkinderen voorbijkomen. Stel dat zij… Ik hoorde net ‘More than words’ op de radio, een fanatiek meegezongen hit uit de beginjaren negentig tijdens onze vakantie met mijn eigen kinderen. Stel dat zij…

En nu zie ik live op tv de landing van de vliegtuigen op Eindhoven Airport, hier vlakbij. Ik ben er dus letterlijk dichtbij betrokken, maar tegelijkertijd ervaar ik ook een onoverbrugbare afstand. Ik kan er niet bij komen en heb ook niet de illusie dat ik daar ooit in zal slagen. Tenzij.. Ik moet er niet aan denken.

Sorry slachtoffers. Sorry nabestaanden. Ik ga nóg harder mijn best doen om met jullie mee te leven. En ik wens jullie oprecht alle kracht en ondersteuning toe die nodig zullen zijn om dit onbeschrijfelijke verlies – en de betreurenswaardige onbetamelijkheden die daar nog bij zijn gekomen – te verwerken.

Read Full Post »

1251702935--file--A Jansen steur grootZelden heeft een affaire zó pijnlijk en meedogenloos het menselijk feilen blootgelegd als de zaak Jansen Steur. Iedereen, behalve hoogstwaarschijnlijk de man in kwestie zelf, is er wel van overtuigd dat de hoofdpersoon geschift, megalomaan, verslaafd, incompetent en wat zoal nog meer is. Dat hier wellicht een foute diagnose bij zit, soit. Koekje van eigen deeg, zullen we maar zeggen. Er blijft genoeg over om de man ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Dus hoeven we het verder niet meer over ‘m te hebben. Kwaadwilligheid, incompetentie, instabiliteit, noem maar op: het is van alle tijden en gezindten. De crux is hoe de instanties, het systeem, de verantwoordelijken met zo’n pathologische delinquent en affaire omgaan.

Dat het in dit opzicht van het begin af aan schrikbarend fout is gegaan, mag inmiddels gevoeglijk worden aangenomen. De toenmalige Raad van Bestuur  (RvB) van Medisch Spectrum Twente (MST) waar Jansen Steur zijn kwalijke praktijken verrichtte, deed er alles aan om de zaak in de doofpot te stoppen. De toenmalige Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) faalde opzichtig en verzuimde om gedegen onderzoek te verrichten en passende maatregelen te nemen. Nota bene onder leiding van Herre Kingma, de latere en huidige voorzitter van de RvB van MST! Kingma, die in deze functie dan wel de zaak grondig liet onderzoeken – hoe kon hij ook nog anders? – maar wel weer heeft geadviseerd of toegestaan dat de huidige IGZ, met instemming van de verantwoordelijke minister, heeft afgezien van tuchtrechtelijke vervolging en slechts is overgegaan tot uitschrijving van Jansen Steur uit het BIG-register. Met alle gevolgen van dien.

herre-kingma-205x300Wie gevoelig is voor complottheorieën en daarvoor heeft doorgeleerd, zou kunnen concluderen dat Kingma zichzelf doelbewust bij MST heeft binnengewerkt of in huis is gehaald om de vinger aan de pols te kunnen houden. Om de gang van zaken zodanig te kunnen regisseren en manipuleren waardoor het ziekenhuis – en mogelijk verwijtbaar nalatig gedrag van medewerkenden – buiten schot konden blijven. In dat licht kan ook het afzien van een tuchtrechtelijke vervolging van Jansen Steur worden bezien. Want een rechtszaak kan betekenen dat zaken aan de oppervlakte komen die men liever geheim wil houden. Dat daar nu, ver achteraf, alsnog door de politiek en minister Schippers voor wordt gepleit, moet dan ook worden beschouwd als een pleidooi met de rug tegen de muur. Men kan bijna niet meer anders, maar had dit natuurlijk al veel eerder ten uitvoer moeten brengen.

Want dáár zit natuurlijk de cruciale fout. Als ons straatje maar is schoongeveegd, na mij de zondvloed. Ruim twee jaar geleden schreef ik onder die titel een 2-delig soort van pamflet waarin onder meer ook deze affaire uitvoerig aan bod kwam. En feitelijk is het alleen maar erger geworden. Deze schandalige lankmoedigheid is onvergeeflijk. Het is onbegrijpelijk en onbestaanbaar dat al deze verantwoordelijken en instanties niet veel meer hebben geanticipeerd op mogelijke recidive van Jansen Steur. Niet alles hebben gedaan om zoveel als mogelijk uit te sluiten dat de man weer aan de slag zou gaan, dus nog meer slachtoffers zou maken.

Heilbronn-kliniek image-3596110Pleit dat dan de betrokken Duitsers vrij? In het geheel niet! Wir haben es nicht gewusst. Oder wir haben es gewusst doch gemeint dass es nicht so schlimm war. Schade, aber dass kann passieren. Uiterst zwak en dubieus verweer. Onze IGZ, de MST-bestuurders en de politiek gingen gebukt onder de kilo’s boter op hun hoofd, dus hielden zich maar koest. Waarmee ze allemaal veel te gemakkelijk wegkwamen bij onze zelfbenoemde serieuze pers. Ondanks al jaren aanhoudende, steekhoudende bedenkingen van andere media en instanties. Waardoor men de arme slachtoffers, waarvan wellicht nog een aantal toekomstige, nog meer in de kou laat staan.

Steeds meer dubieuze feiten en nalatigheden komen aan het licht en het zou mij niet verbazen wanneer straks in de gerechtelijke procedure nóg meer verderfelijke praktijken naar voren komen. Maar dan zijn we inmiddels alweer een hele tijd verder en zal strafrechtelijk het een en ander allang zijn verjaard. Kingma gaat al in april met pensioen en vele andere betrokkenen en verantwoordelijken zullen evenmin nog ter verantwoording geroepen kunnen worden. De slachtoffers en hun dierbaren en eventuele nabestaanden zullen echter de gevolgen van deze uiterst onverkwikkelijke affaire tot in lengte van dagen aan den lijve blijven ondervinden. Kortom, alom malheur rondom Jansen Steur.

Jansen Steur nog met haar is afkomstig van twenteactueel.nl

Kingma als poseur komt van weblogs.vpro.nl

Read Full Post »

Older Posts »