Feeds:
Berichten
Reacties

Archive for the ‘2. WK 2010’ Category

11 juni 2010 – IJs, weder, Jabulani en vuvuzela’s dienende, zal er vandaag toch eindelijk worden afgetrapt voor het eerste WK-voetbal op Afrikaanse bodem. En dezelfde elementen dienende, zal uw wedergekeerde scribent vanaf volgende week 2x wekelijks zijn licht laten schijnen over dit op sportgebied ongeëvenaarde evenement. Het nationale karakter van Voetbalplus.nl indachtig, zal mijn zaklantaarntje zich vooral richten op (van) vaderlandse bodemprocedures en -producten. Maar hopelijk zullen zowel de redactie als de lezers het mij niet euvel duiden wanneer ik over de eigen schutting en grenzen heen kijk. Zeker de morning after de treurigstemmende dag dat de beweging van een populist en opportunist pur sang tot de derde partij van Nederland is verworden. Over populisme en opportunisme gesproken: de komende drie weken zal de (voetbal)wereld hiervan vergeven zijn, maar dit zij ons dan weer voor even vergeven.
Vandaag dus Mazuro’s aftrap van een hopelijk sportief en vooral enerverend, spannend en attractief aanvallend, maar ook stug en slim verdedigend voetbalfestijn. Want het is slechts deze combinatie en confrontatie die een echte wedstrijd garandeert.

Het moderne voetbalduel is daarentegen steeds meer verworden tot een wedstrijd. Zal Mandela er met de haren bij worden gesleept? Zal de arbitraire fluit opgewassen zijn tegen de vuvuzela? Wie schopt de eerste Jabulani-knikker het stadion uit? Welke inferieure act blijken de gezelschappen Bafana Bafana en Los Tricolores te hebben ingestudeerd als doelpuntviering. Welke elfmeterschop wordt voor het eerst afgestraft vanwege een onderbroken aanloop?
Een willekeurige greep uit het arsenaal weddenschappen van de belchinezen die massaal de WK-tribunes zullen bevolken. Want China heeft zich dan wel niet geplaatst – de vele nog verkrijgbare kaarten zullen in bel- en gokgrage Chinese handen gevallen. De Zuid- Afrikaanse regering en de FIFA hebben de vuvuzela als wapen tegen de belchinees ingezet. Maar onze bloedeigen bondscoach heeft al de ontoegankelijkheid van de uitweg gewezen: een wereldwijd twitter- en sms-verbod. En wie van u heeft zich verre gehouden van de WK-pool? Zelfs uw dienaar heeft er zich aan vergrepen, toch wetende dat echte kenners nimmer de pot winnen.

Het woord dienaar brengt me meteen bij een van de acteurs tijdens de première: Steven Pienaar. Steunpilaar(tje) van Zuid-Afrika met Hollandse antecedenten. Draaide een prima seizoen bij Everton en heeft het in zich om tot een WK-sterretje uit te groeien. Mitsen en maren: Bafana Bafana overleeft de poulefase; Pienaar laat maniertjes en sterallures achterwege. Is evenwel gevreesd om zijn juich- en vieringgedrag. Maar ja, willen we de gastheer nog langer eren, dan zal één van de favorieten of één der outsiders vroegtijdig moeten sneuvelen. Frankrijk of Uruguay. Maar geen haantjes meer aan het WK-spit na de 1e ronde..? Het zou zomaar kunnen. De Fransen ogen bleek en bleu en ontmoeten vanavond meteen al de tweevoudige wereldkampioen met het kroonprinsspitsenkoppel Suárez/Forlan.

De historie van de Mexicaanse tricolores staat toch een beetje in het azteken van vaak net niet. Met de nodige verbeeldingskracht zou je Mexico het Holland van Zuid-Amerika kunnen noemen. Soms oogstrelend voetbal, soms met succes, vooral in eigen land en op het eigen continent. Hopelijk draaft de ruim 37-jarige Cuauthémo Blanco op; de Mexicaanse René v/d Kerkhof en wereldbefaamd om de Blanco Bounce: een sprongetje tussen twee verdedigers door, met de bal tussen de voeten in geklemd.

En de Jabulani? Het interesseert de stereotiepe feestsupporter geen bal. Maar wij zullen morgen getuige zijn van een evenzo historische als hilarische WK-aftrap. Na haar eerste omwenteling wordt Jabulani teruggespeeld op de laatste man, althans dat is de bedoeling. De eigenzinnige ballerina kiest echter haar eigen weg en komt aan bij de linkervleugelverdediger die, in het nauw gebracht door zijn tegenstander, Jabulani veilig wil inleveren bij zijn doelman. Met een fraaie curve zeilt onze grillige diva daarentegen over de vergeefs graaiende goalie heen en ruist zacht en teder tegen het net. Het snelste en tevens fraaiste (eigen)doelpunt uit de WK-historie is een feit.
De eerste rode kaart valt nadat een Mexicaanse speler een ballenjongen molesteert omdat deze – onbedoeld – er maar niet in slaagt om het overspelige tuig bijtijds en vooral gericht terug te geven bij een 1-0 stand voor Zuid-Afrika. Hiermee hebben we meteen wat gras voor de voeten van de belchinees weggemaaid.

Het wordt hoe dan ook een enerverend potje WK-voetbal.

 

Read Full Post »

15 juni 2010 – Deze kop wekt de suggestie dat uw columnist zich in het geheel niet heeft vermaakt met het WK tot dusver. Maar ofschoon het spelpeil bij tijd en wijle de kwaliteit en attractiviteit bezat van het gemiddelde politieke debat voorafgaand aan – herinnert u zich nog? – de verkiezingen, zijn er voor deze voetbaljunk toch ook de nodige bezienswaardigheden geweest. Met vlagen maakten Zuid-Korea, Argentinië en USA indruk. Bij de Duitsers regen de vlagen zich meer aaneen, maar dient de zwakke en vooral onnozele tegenstand van de Aussies wel te worden meegerekend.

Even over Oranje dan, want dit is per slot van rekening de site van ‘eigen volk eerst’. Het kan niet om puur voetbaltechnische redenen zijn geweest dat raspaard Raf aan de buitenkant links werd geposteerd ten faveure van de renpaarden Elia en Babel. Met zóveel voetbalinzicht binnen de technische staf (De Boer, Cocu), gevoegd bij de bekendheid met Oranje van zowel trainer Olsen als vele spelers Denemarken, lijkt dit uitgesloten. Het moeten meer groepsdynamische en psychologische factoren zijn geweest die Van Marwijk cum suis, tegen ‘beter’ weten in, hebben doen besluiten om juist met Vaart erin de vaart eruit te halen. Een riskante, maar begrijpelijke beslissing? Een gewaagde, maar verantwoorde gok? Om het fijne hiervan te weten zullen we waarschijnlijk moeten wachten totdat Frank of Philip over zo’n jaartje of dertig hun memoires publiceren. Die zullen naar verwachting vleiender zijn voor Bert dan dat Nol was over Leo, maar wie weet wat er nog gaat gebeuren de komende jaren.

Edoch, ik heb al eerder mijn vertrouwen in De Boer en Cocu uitgesproken. Wat heet! Een ideaal klankbord en adviesorgaan voor zowel de bondscoach als voor de selectiespelers. De grootste winst van gisteren zit ‘m in het feit dat, terwijl nota bene de Grote Vier letterlijk of figuurlijk niet in de wedstrijd zaten, er toch werd gewonnen. De reservebank van Oranje is dit jaar de enige bank waarop we kunnen bouwen en vertrouwen. En dat we onze reserves zullen moeten aanspreken, is een ding dat zeker is.

Maar waar ik mij hooglijk over verbaas en groen en geel aan erger: er komt over meer dan vijf meter geen bal fatsoenlijk aan!! Op het allerhoogste niveau, het grootste podium en op een triljoenenbal wordt gespeeld met een stuk veredeld plastic!! Het kan geen toeval zijn. Al die groteske keeperblunders! Al die foutieve, bijna altijd te harde breedte- of dieptepasses! Al die tot afzwaaiers of vuurpijlen gedoemde schoten op doel! Al die slechte aannames, ook bij erkende technici! Dat kangoeroetesk gestuiter! In een doorsnee-hockeywedstrijd blijft de bal vaker binnen de lijnen dan op dit WK. Zouden er sintelbanen om de velden liggen, dan konden de ballenjongens het nooit ofte nimmer aangesleept krijgen. Je laat een biljarter toch ook niet met golfballen caramboleren?!Wie verzint zoiets???!!!

Ik kan me goed voorstellen dat je als speler het niet waagt om erover te klagen, omdat je wordt weggehoond door types als Gijp en Derksen. Ze schamen zich dat ze maar geen vat op, geen controle krijgen over dit onding. De arme Robert Green, de ongelukkige Simon Poulsen: ze weten dat je niet met klachten aan moet komen, of nog meer hoon wordt dan hun deel. Want, zeggen de lachb(w)ekkende betweters, je moet niet zeuren. Je moet leren omgaan met de omstandigheden, want die zijn voor eenieder hetzelfde. Ze zijn allen aan Jabulani’s grillen overgeleverd.

In vrijwel elke andere sport wordt tegenwoordig het materiaal  heilig verklaard. Tot het overdrevene toe. De schaats, de fiets, de bobslee, het tennisracket. Tennisballen zijn van hoogwaardige kwaliteit en worden ook nog eens regelmatig per wedstrijd ververst. Maar het WK-voetbal komt aan met een soort van ballon waar geen leven in zit, waar je totaal niet van op aan kunt!! Een tennisser kan nog wennen aan een andere bal vanwege de vele contacten die ze samen hebben. Een voetballer komt veel minder en onregelmatiger in aanraking met het – in dit geval perfect aangeduide – speeltuig. Hij zal instinctief die techniek en snelheid aanwenden welke hij doorgaans gewend is te gebruiken.

Dat er wordt geklaagd over de vuvuzela’s en er zelfs een website voor is geopend, kan ik wel begrijpen. Al vind ik het niet erg dat ze Evert ten Napel overstemmen. Maar het is een grof schandaal dat de beste voetballers ter wereld zitten opgescheept met de slechtst mogelijke bal. Ik bedoel maar: als zelfs een fluwelen technicus als Dennis Rommedahl Jabulani niet onder de knie kan krijgen…

Het gaat om zóveel knikkers en uitgerekend de belangrijkste knikker wordt niet of nauwelijks goed geraakt. Twee jaar geleden hadden we al een ‘fraai’ kunststukje van de verkommercialisering ten koste van de kwaliteit middels de CL-finale op een overhaast ingerolde grasmat in Moskou. Maar als voetballiefhebber overtreft dit je grootste nachtmerie.

Tijdens DE AFTRAP heb ik haar nog met de nodige egards en tederheid benaderd, maar nu is de maat vol, anders is/komt er straks helemaal geen bal meer aan. Weg met Jabulani!!!

Read Full Post »


20 juni 2010 – De algemene teneur van de commentaren over dit WK tot dusver is ronduit negatief. Bij een algemene teneur heb ik sowieso al de neiging om er tegenin te gaan, maar daar zijn ook wel degelijk gronden voor. Analyses, onderzoeken, beoordelingen, evaluaties en wat dies meer zij, ze hebben alles te maken met vooraf gekweekte verwachtingen, hypotheses en aannames. En de openbaring van de boodschap is sterk onderhevig aan papegaaien- en kuddegedrag. Waarvan wij nu, met VI Oranje als het stuitend stupide toppunt van schamperen, denigreren en ridiculiseren, getuige zijn.

Vooropgesteld: net als velen ben ik van mening dat dit WK (nog) niet in Zuid-Afrika plaats had moeten vinden én dat er te veel kwaliteitsarme landen aan deelnemen. Bovendien ben ik er voor om het WK niet aan het eind van een slopend seizoen te plannen. Als daarbij ook nog eens het belangrijkste attribuut, de bal, van inferieure kwaliteit is én de omstandigheden verre van optimaal en evenredig verdeeld zijn, dan hebben we de voornaamste verklaringen voor kwaliteitsverlies gegeven. Maar nu dit eenmaal een feit is, heeft het geen zin om dáár gedurende het evenement al analyserend en kwalificerend te pas en vooral te onpas op terug te komen. Dát zijn zaken voor de evaluatie achteraf.

Wie al de nodige WK’s heeft meegemaakt, (her)kent de nagenoeg vaste sjablonen en klassieke reflexen die bij dergelijke toernooien optreden. Zeker de laatste decennia, waarin het voetbal totaal aan de commercie is overgeleverd en er 32 landen zich wereldtop mogen wanen. Dan kan men zelfs aan de Ivoorkust op de klompen aanvoelen dat je tijdens de eerste fase overal op moet letten behalve op spelkwaliteit. Kwantiteit is nu eenmaal net zo moeilijk verenigbaar met kwaliteit als, zeg maar, VI Oranje met positiviteit. (Ofschoon vaak ge-mis-bruikt, bestaat dit woord niet, maar het rijmt wel).

Ieder weldenkend mens kan inschatten dat je dus zeker van de groepswedstrijden op een WK niet al te veel kan en mag verwachten. Vanuit dat gegeven moet je dan ook observeren, analyseren en constateren. Niet spelkwaliteit, maar curiositeit, onvoorspelbaarheid, subtiliteit, verrassingen en folklore zijn de pijlers waarop openingsfases van WK-toernooien rusten. Het speuren naar noviteiten, naar de schaarse krenten in de pap, het letten op saillante details. Met een dergelijke instelling zijn er wel degelijk vermeldens- en bezienswaardige zaken te berde te brengen. Elke duurbetaalde analyticus, sidekick of commentator zou deze instelling moeten hebben in plaats van te zeuren over bijvoorbeeld het geld dat de publieke omroep in Zuid-Afrika zou verspillen.

Niet vanuit je incrowd ivoren studiotoren in Nederland bijdehand doen, maar met je poten in (de buurt van) de townships verslag geven! Zodat je in elk geval wat meekrijgt van de omstandigheden en met meer recht mag kapittelen! Let wel! Ook ik ben niet blind voor het gestuntel, het opzichtig falen van vedettes en coaches, het bedenkelijke technische en tactische niveau in menig opzicht. Maar ga dáár dan dieper op in – want daarvoor ben je toch ingehuurd en word je toch betaald?! – en beperk je niet gemakzuchtig tot het alleen maar ridiculiseren ervan!

Als hoogst wenselijke tegenhanger daarvan sluiten we dus af met een greep uit de vele positieve, hoopgevende zaken die dit WK tot nu toe hebben opgeleverd.

* de arbitrage en lijnrechtspraak: op enkele smetjes(..?) na – afgekeurde winnende treffer van USA tegen Slovenië, de veel te snel geel trekkende scheids bij Duitsland-Servië – is de wedstrijdleiding een verademing. Grootste pluspunt: de toepassing van de buitenspelregel. Heel weing foutjes en zo ja, dan zijn het grensgevallen die de aanval nu eindelijk eens het voordeel van de twijfel geven. Eén voorbehoud: durft men dit door te trekken al naargelang de belangen groter worden en de spanning toeneemt?
* de solide samenhang van onze nationale trots: zoals Van Marwijk zei, Oranje bezorgt de tegenstander een gevoel van onmacht. Een gemoedstoestand van ‘hier valt weinig te halen’. Het fundament oogt zeer stabiel en daarop zou weleens een uniek resultaat kunnen worden gebouwd.
* een opvallend goede Mannschaft, die echter jammer genoeg weleens de omgekeerde weg van Oranje zou kunnen gaan bewandelen.
* een fris en fruitig opererend Chili met revelatie Alexis Sánchez.
* Paraguay (mogelijk Oranjes opponent in de 8e finale), leunend op een ijzersterke defensie en hopend op de klasse van Riveros, Vela en Barrios. Terwijl topschutter Cardozo nog op de bank zit!
* de vorm van Messi en de aanwezigheid van Maradona, die al zijn tekortkomingen ten spijt, al een bezienswaardigheid op zich is.
* de beelden van waarachtig supportersgedrag van landen als Zuid-Afrika, Mexico, Kameroen cum suis, die meedogenloos het pseudofanatieke, carnavaleske gedrag van de Oranje-aanhang blootleggen. Met excuses voor het hoge VI Oranje-gehalte van dit standpunt.
* het tot dusver uitblijven van de hier te lande tot obsessie uitgegroeide elleboogfocus. Clint Dirty Harry Dempsey mag dan van geluk spreken, wij mogen dat eveneens, in die zin dat de elleboog op dit WK niet méér gespannen is dan willekeurig elk ander lichaamsdeel dan ook.

Zet dus Mazuro’s bril op en VI Oranje af en u zult nog veel plezier beleven aan dit WK.

 

Read Full Post »

25 juni 2010 – WE hebben de volgende ronde bereikt. De finalisten van 2006 zijn al naar huis. Slowakije is de volkomen onverwachte, volgende tegenstander van Oranje. De cijfers zijn nagenoeg onberispelijk, maar spreken die ook voor zich? Een kijkje in het innerlijk van uw colunmist en een schuchtere poging om de ziel van de voetballiefkenner te doorgronden.

Nog steeds weet ik niet wat ik met het Oranje op dit WK aan moet. Het heet dat er in de Nederlandse voetbalkennersmaatschappij, dus zeg maar in het hele land, een tweedeling is ontstaan tussen de ethici en de cynici. De adepten van schoonheid en attractiviteit versus de predikers van realisme, effectiviteit en resultaatgerichtheid. Ik geloof hier niks van. Nou ja, niks. Volgens mij speelt deze strijd zich voortdurend af binnen elke voetballiefhebber. Het is een klassieke, innerlijke strijd die eeuwig woedt en nimmer gestreden zal zijn. Bovendien spelen er allerlei psychologische factoren mee die het onmogelijk maken om het zwart-wit te duiden, dus is het totaal ongeschikt als gespreksonderwerp in bijvoorbeeld VI Oranje.

Wanneer het ene doel niet wordt bereikt, kan het andere worden aangewend om het ontstane gevoel te compenseren. Wordt er slecht gevoetbald, maar het resultaat is goed, dan benadrukken we dat laatste om onszelf toch nog een beetje gerust te stemmen. Want, het gaat tenslotte om de winst. En omgekeerd gaat het precies eender. Dan wordt de slechte uitkomst gerelativeerd en gebagatelliseerd omdat het spel toch wel erg hoopgevend was. En wordt benadrukt dat voetbal een kijkspel is en dat de toeschouwer waar voor zijn geld moet krijgen.
Ik bedoel maar, opportunisme is niet slechts een smet die aan nogal wat politici en beleidsmakers kleeft – het houdt ook de innerlijke mens in evenwicht en beschermt hem tegen doorslaan naar gevoelens van wanhoop en uitzichtloosheid of juist naar ongemotiveerd optimisme en hoogmoedswaanzin.

Ik besef dat ik nu bezig ben met een wel erg pretentieuze poging om mijn eigen beleving te projecteren op de rest van de samenleving. Laat ik dus maar, en vergeef me het welzijnsjargon, dicht bij mezelf blijven. Wat vind ik van en ervaar ik bij dit Oranje? Met permissie haal ik er dan even het robotvoetbal bij. Want voor wie het nog niet wist: we hebben voor derde achtereenvolgende keer de WK-finale van het robotvoetbal verloren. Van China. De parallellen met het mensenspel dringen zich nog meer op als ik lees dat we wel reeds Europees kampioen zijn geworden.

We citeren de zwaar teleurgestelde Hollandse bondscoach, die wel zijn spelers prees om hun beheerste emoties na afloop: “Bepaalde teams, waaronder dus ook het Chinese, focussen zich op het schieten (lees resultaat, rendement), terwijl anderen zich meer op dribbeltechnieken (lees attractiviteit) richten. Onze robots doen het allebei” En verderop: “Het begint steeds meer op het echte voetbal te lijken.” Tussen haakjes is mijn invulling.

Volgens mij begint juist het ‘echte’ voetbal steeds meer op robotvoetbal te lijken. Vooral wanneer de vedetten, die zich nu eenmaal niet laten programmeren, het om wat voor redenen dan ook laten afweten. En ja, ook Oranje roept bij mij regelmatig associaties op met robotachtig voetbal. Bert van Marwijk zal zeker voor het meer extraverte buitenland de vergelijking met Robocop zeer wel kunnen doorstaan. Kijk, wij weten dat Bert wanneer hij een wenkbrauw ophaalt, in wezen schaterlacht, maar ene Jimenez uit Paraguay of een van de vele Boatengs uit welk land dan ook ziet slechts een mechanische man.

Mark van Bommel speelt fantastisch! Dieter Eilts werd ooit uitgeroepen tot speler van een EK(1996), Bommel is vele malen beter. Het zegt alles over dát toernooi, maar ook over deze editie en zeker ook over dit Oranje, dat weliswaar degelijk speelt, maar zonder franje. Om echter te kunnen excelleren, moet je eerst presteren. Verder komen dus, resultaten neerzetten. Maar in mij wisselen vertrouwen, hoop en optimisme zich voortdurend af met angst en beven, met irritatie en onzekerheid. Niet zozeer voor wat betreft de verdedigende organisatie, want die staat! De oneffendheden tegen Kameroen wijt ik aan hinken op meerdere gedachten. Vooral de angst voor een kaart bij deze onvoorspelbare referee, waardoor de echte scherpte ontbrak.

Het zijn vooral de vorm en de positie van Van Persie, de egocentriciteit in het spel van Sneijder én het gebrek aan diepgang en snelheid voorin die mij regelmatig zorgen baren. Die dan weer tijdelijk worden verdreven door hoopvolle acties. Hoopgevers zijn ook de vorm en gretigheid van potentiële invallers als Elia, Afellay, Huntelaar en De Zeeuw. En natuurlijk onze Arjen, die zowaar door kan groeien van ‘slechts’ een uitzonderlijke voetballer tot een innemende persoonlijkheid. De ingehouden emoties tijdens het interview na afloop behoren nu al tot de meest memorabele tv-beelden van dit WK.

Met robotvoetbal tot op bepaalde hoogte – mag ook op zeeniveau – maar wel gelardeerd met gedeprogrammeerde, onvoorspelbare acties van onze menselijke natuurtalenten, mogen, nee MOETEN we wat mij betreft nu eindelijk maar eens wereldkampioen worden. Daarna mag het resultaatvoetbal definitief worden afgeschaft en moet inderdaad het robotvoetbal eindelijk eens op het echte voetbal gaan lijken.

Read Full Post »

30 juni 2010 – Niet zelden wordt onze nationale competitie naar Mickey Mouse vernoemd om daarmee het gebrekkige niveau aan te geven in vergelijking met erkende toplanden als Engeland en Spanje, in iets mindere mate Duitsland. Zelfs Italië staat bij menigeen nog steeds hoger aangeschreven. De Fransen zullen we maar even met rust laten. Maar is het werkelijk zo slecht met ons gesteld?

Budgettair gezien is het niveauverschil onmiskenbaar. Geen flauw idee hoeveel geld Mickey Mouse bezit, zijn schepper Walt Disney lijkt me toch niet onbemiddeld. Hoe dan ook, het is een breed gedragen conclusie dat de Eredivisie weinig voorstelt internationaal gewogen. Een WK lijkt dan ook een perfect laboratorium om het waarheidsgehalte van deze these proefondervindelijk vast te stellen. Derhalve steekproefsgewijs een onderzoek naar de prestaties van de WK-deelnemers die hun euro’s in het Disney-voetballand van Europa ‘verdienen’. Of die binnenkort elders zeer waarschijnlijk veel meer (zijn) gaan beuren.

Bij Mexico slaagde Héctor Moreno (AZ) er niet in om een vaste stek te veroveren, maar speelde hij tegen Frankrijk een degelijke partij. Ook tegen Uruguay begon Héctor in de basis, maar werd even na rust om tactische redenen vervangen. In de 8e finale tegen Argentinië werd weer de voorkeur gegeven aan Osorio, die als O’sorry’o verder door het leven zal moeten vanwege opzichtig geblunder. Desondanks mocht ie blijven staan en bleef Moreno aan de kant. ‘Maza’ Rodríguez (PSV) bleef, ondanks weinig steun van medeverdedigers, redelijk op de been tegen toch gerenommeerde tegenstanders als Anelka, bekende Suárez en Higuaín.

Maar dan Salcido(PSV)! Hombre Omhaal was zowaar een van de uitblinkers bij Mexico. Maar Carlos hoefde zich dan ook nauwelijks om de verdediging te bekommeren. En we weten nu waarom hij hier afgelopen seizoen zo stond te schutteren. Hij heeft stiekem al een jaar lang met de Jabulani geoefend, waardoor hij bij PSV geen knikker raakte, maar op het WK zowat de enige was die het grillige speeltuig zijn wil op kon leggen. Te vrezen valt echter dat Carlos bij zijn nieuwe club – want natuurlijk heeft ie nu weer een grote mond dus, zonder veel omhaal: laat gaan, laat gaan! – te pas en vooral te onpas van grote afstand het vijandelijke doel onder schot gaat nemen.

Ons ‘konijntje’, in Zuid-Amerika minder onschuldig El Pistolero genoemd, heeft na een stroeve start ook op het WK het doelwit/vlak getroffen. Luis Suárez (Uruguay/Ajax) zal ongetwijfeld zijn cruciale doelpunten in harde valuta om gaan zetten bij een poenerige club zonder poen. En het lachertje van onze Mickey Mouse-competitie, de Nigeriaan Ayodele Adeleye (Sparta), kan later wel mooi tegen zijn kleinkind zeggen dat ie WK-deelnemer is geweest.

De Sloveen Tim Matavz (FC Groningen) mocht ruim tien minuutjes opereren op het WK-platform tegen Engeland. Maar de titularissen hebben in geen enkel opzicht kunnen duidelijk maken waarom zij wel en Tim niet. Aussie Brett Holman (AZ) had niet het volste vertouwen van Pim Verbeek en dat begrijpen wij niet. Zijn basisplek tegen Ghana maakte hij volledig waar, toch dacht Verbeek hem in de andere duels pas in de 2e helft nodig te hebben. Een grove miskleun!

Over Pantelic (Servië/Ajax) doen we maar het zwijgen toe, net als over wisselspeler Lazovic, die we zonder spijt (behalve bij PSV) niet meer als legionair hoeven te beschouwen. Van het smaldeel ‘Hollandse’ Denen snelde Rommedahl zijn roem vooruit en bewees maar weer eens dat je het met specifieke kwaliteiten en een sympathiek low profile ver kunt schoppen. Christian ‘Pinokkio’ Eriksen heeft aan het grote werk mogen ruiken en hiervan zal Ajax zeker profiteren. Simon Poulsen (AZ) zal hier, na zijn mis- maar voor ons gelukte kopbal, met open armen worden ontvangen.

Nee dan Keisuke Honda! Ofschoon inmiddels Moskoviet, zien we hem nog steeds als koele VVV-er. De Japanner was een witte raaf tussen doffe medespelers en tekende tegen Denemarken voor één van de mooiste voetbalacties op dit WK. Nu al, met Thomas Müller, dé revelatie van het toernooi! Cheik Tioté liet bij vlagen zien waarom hij bij Ivoorkust wél en bij Twente niet (altijd) in de basis staat. Wisselvallig dus. En het joch Stoch had Holland zomaar op de rand van de afgrond kunnen brengen als hij na een typerende actie beter had gericht. Maar is verder nauwelijks opgevallen.

Vooraf schatte ook uw columnist in dat Matthew Amoah (Ghana/NAC) weleens zou kunnen gaan scoren op dit WK. Nu we echter de formidabele spits Asamoah Gyan aan het werk hebben gezien, begrijpen we alleszins de schaduwplek die Matthew is toebedeeld. Maar zolang Ghana in het toernooi blijft, mag de NAC-goalgetter hoop koesteren op WK-glorie. En Sergio Romero (Arg./AZ) mag op de training vergeefs graaien naar ballen van Diego himself! Wordt misschien, maar dat geldt ook voor onze Maarten (Ajax), wel wereldkampioen.

De in eigen huis voetballende Oranje-spelers laten we nog even buiten beschouwing omdat we hun balans hopelijk pas na 11 juni op kunnen maken. Het feit dat zij vrijwel allen schijnbaar moeiteloos als basisspeler of als reservist op wereldniveau – ook al is dit dan niet zo hoog als verwacht – aanhaken, is zonder meer bemoedigend, zo niet veelzeggend.

De criticasters moeten dus maar eens een andere stripfiguur uit Disneyland bedenken voor onze, lang niet zo treurige competitie als vaak wordt gesteld. Wat dacht u van de Willie Wortel-Wedkamp? Wij denken toch al dat we het voetbal hebben uitgevonden en gedragen ons vaak als lampjes die anderen de weg moeten wijzen.

Hoe het ook zij, dit WK bewijst dat onze competitie vergelijkenderwijs nog niet zo slecht af is. Of, zo u wilt, dat het niveau elders niet zóveel hoger ligt dan vaak wordt beweerd en aangenomen. En om dit door te laten dringen hoeven we nog eens niet per se wereldkampioen te worden. Al zou dat natuurlijk wel mooi zijn meegenomen.

Read Full Post »


4 juli 2010
 – We schrijven zaterdagmorgen 3 juli 2010. The morning after en ik heb nog geen pil hoeven in te nemen. Want de missie is nog niet volbracht. Zoals het de ware aanstaande Weltmeister betaamt, staan we niet meer stil bij De Moeder Aller Wedstrijden Met Twee Gezichten tegen Brazilië. Brazilië?! Wordt daar ook gevoetbald dan?

We focussen ons volledig op het volgende slachtoffer. Want focus is het nieuwe toverwoord. Wie de komende tijd de pech heeft zich te moeten onderwerpen aan een bedrijfstraining, een teambuildingactiviteit of aan welke nodeloze, geld- en tijdverspillende sessie dan ook – de focus zal als rode, lange draad door het programma lopen. En wees niet verbaasd wanneer Bert van Marwijk of Frank de Boer als gastspreker op de agenda staat.

Uruguay dus. Tweevoudig en kleinste wereldkampioen ooit. Het landje telt slechts 3.5 miljoen Suárez en co. Goed, het is al wel héél lang geleden dat La Celeste (The Sky Blue One) de coupe Jules Rimet omhoog mocht steken (1950). Toen, uit respect voor helden uit het voetbalverleden, waren Juan Alberto Schiaffino en Alcides Edgardo Ghiggia de Diego Forlán en Luis Alberto Suárez van Uruguay. Klein verschilletje: eerstgenoemden zijn wereldkampioenen en de laatsten worden dat hoogstwaarschijnlijk nooit.

Maar toch, ze zijn er vaak bij en vormen altijd een geduchte, gemeen harde (zeker vroeger!), geslepen en gepassioneerde tegenstander. Vooral dat laatste viel op tegen het arme Ghana, dat waarschijnlijk van iedereen buiten Uruguay – minus ondergetekende, want had Uruguay voor geld voorspeld in de halve finale – had mogen winnen. En vooral arme Asamoah Gyan! De man van 24 met het oude, wijze (stam)hoofd. Klassespits, maar op het allerbeslissendste moment verlaten door de rust en wijsheid. Maar wel weer met de leeuwenmoed om achter de 1e van de, helaas verloren penaltyreeks te gaan staan. Na afloop ontroostbaar – en wij met hem – in zijn peilloze verdriet. Schrale troost: de strafschop net voor tijd was onterecht, want in de situatie voorafgaand aan Luis’ handige redding, stond Appiah duidelijk buitenspel. Voorzover ik weet, door niemand van de heren commentatoren en analytici waargenomen.

De verpersoonlijking van het gemene en de passie bij Uruguay is onze eigen Luis ‘in de pels’ Suárez. Hij deed weer alles waarvoor wij hem hebben gekapitteld en verafschuwd, tot het de hand slaan aan de bal aan toe. Daarmee sloeg hij, retrospectief gezien, zijn land wel naar de halve finale. Omdat we net De (rot)Jong Van Bommel, Robben cum suis alle grenzen hadden zien opzoeken en soms overschrijden ten koste van Brazilië, kregen we waardering voor de niets en niemand ontziende inzet van El Pistolero. Die desondanks zijn kruit droog hield en erger nog, althans voor Uruguay: het pistool tegen Oranje noodgedwongen op zak moet houden.

En je kunt het op je vingers natellen: natuurlijk heeft ook hier weer God de hand in gehad. Na Pluisje en die andere luis Fabiano, zal ook Suárez een Opperwezen bij de hand nemen om zijn actie de zegen te geven. En dan zijn het er al drie. God allemachtig, Hij heeft er zijn handen wel aan vol! Sowieso kan Uruguay wel wat hulp van boven gebruiken. Geen Suárez dus, maar ook geen Fucile (geschorst). En geen Lodeiro. Daarbij is het meespelen van beide centrale verdedigers, de twee Diego’s Godín en Lugano, twijfelachtig. Het kan dus zomaar zijn dat Oscar Tabárez driekwart van zijn defensie moet vervangen. Overigens, zouden al die Diego’s, want ook nog Pérez en Forlán, naar Dé Don Diego zijn vernoemd? Denk het niet, gezien het verleden tussen beide landen.

Dus moet Van Persie mogelijk tegen de ouwe dibbes Scotti: 34, maar ogend als een dikke veertiger. Drollenvanger en tegelijk penalty-, maar allesbehalve ladykiller Fernando Muslera oogt daarentegen als een knaapje. Dat kun je niet zeggen van Sebastián Abreu. De man van 14 clubs, 13 ongelukken. Niet voor niets door het leven gaand als El Loco. Want een penalty waarop ene Panenka nog jaloers zou zijn.
Nee, Oranje heeft straks tegen Uruguay maar één man om te vrezen en dat is Diego Forlán. Een absolute topper, die alleen teveel hooi op zijn vork neemt. Of, door gebrek aan beter, moet nemen. Verzet bergen werk en komt zo toch te weinig toe aan zijn specialiteit en dat is storen en scoren in het vijandelijke strafschopgebied.

Verder moeten de Oranjemannen alleen zichzelf vrezen. Waken voor onbewuste onderschatting en zelfoverschatting. Want het kan en moet nog beter! We kunnen niet blijven parasiteren op geluk en goals die uit de lucht komen vallen. En, toegegeven, een gedegen organisatie. Eens moet toch ook het aanvallend/voetballend vermogen boven komen drijven. Deze halve finale komt dáárvoor als geroepen.

We schrijven zaterdagavond laat,  3 juli 2010. De deconfiture van Pluisbolletje en zijn Albicelestes en later de miraculeuze ontsnapping van de Spanjolen hebben zich voltrokken. Als Del Bosque wijs is, geeft ie eindelijk een van ’s werelds beste voetballers, Fàbregas, een basisplaats. Wel weer twee Zuid-Amerikaanse ploegen naar huis. Paraguay met opgeheven hoofden, al zal dat bij Cardozo wel even tijd nodig hebben. Titelpretendent Argentinië was zo onthutsend zwak, dat zelfs Lionel het onderspits moest delven. Alleen voor de liefhebber van slechte B-films is het jammer dat ’s werelds beste individualistische voetballer ooit puur natuur, maar als trainer een karikatuur, naar huis moet. Und die Mannschaft: ein Superspiel! Die hebben hun hoogtepunt al gehad, wij moeten het onze nog krijgen.

Edoch, eerst de focus op Uruguay. Helaas moet het toernooi verder zonder Messi, maar wij hebben mannen met een MISSIE.

Read Full Post »

   7 juli 2010 – Eindelijk staan we dan weer eens in de WK-finale. Maar eigenlijk is dat, althans voor mijn gevoel, niet zo speciaal. We stonden er al tweemaal en daarbij hadden we er reeds vele malen eerder moeten staan. Qua pretentie, qua potentie en qua aanvallende intentie. Nee, die finaleplaats zegt me niks. Ok, 6x op rij winnen op een WK-toernooi is een grootse prestatie. Wereldkampioen toernooivoetbal 2010 zijn we al. EK 1988 was geweldig, maar we willen meer. Die ene, tastbare prijs waar nu de hele wereld om draait. Voor minder doen we het niet.

Met wie en hoe we de apotheose gaan beleven, is al weken duidelijk. We weten al weken wat we van deze Oranje-ploeg mogen verwachten. Welke elf, de potentiële invallers, de onvoorspelbare voorspelbaarheid, de onverwachte terugval, het mathematisch zekere herstel, de klutsgoal van Wesley, de doeltreffende kopbal van een mini-oranjeklant, minstens één geslaagde solo van Robben, Bommels verbond met de scheids, een aanslag van Nigel op de ledematen van een tegenstander. Dat zijn allemaal zekerheidjes. Alleen tegen wie, bij welke stand en in welke fase van de strijd, da’s nog even de vraag.

Over Spanje kunnen we kort zijn. Net zo kort als de ragfijne combinaties die Xavi, Iniesta en co op de grasmat plegen te leggen. Zaak is dit hoge spelritme te breken en met snelle intercepties en uitbraken de allesbehalve rappe en beweeglijke Spaanse defensie te ontmantelen. Niet proberen mee te gaan tikken, want dat win je toch niet van deze meesters op de vierkante meter, maar via de zijkanten snel de ruimtes opzoeken. Houden ons middenveld en de verdediging stand, dan hebben we vóórin voldoende klasse en snelheid om de Spanjolen te laten dolen.

Die Mannschaft is echter een ander chapiter en een langer verhaal. Zonder enige twijfel hebben zij het beste voetbal gespeeld tot dusver. Snelle combinaties, gedurfd aanvallen via de vleugels; alles op basis van een snelle balcirculatie en een goed positiespel. Klinkt u dat ook zo bekend in de oren? Inderdaad: daarmee hebben wij wereldwijd furore gemaakt. Maar dat hebben de Duitsers nu van ons afgepikt! Ik vermijd hier doelbewust de toevoeging ‘weer’, om het onomkeerbare proces van Wiedergutmachung niet te frustreren.

Maar al jaren terug is de Duitse Henk Kesler – lijkt een pleonasme – ermee begonnen om in eigen land met de Hollandse Voetbalschool Schule zu machen. En daar plukken ze nu de vruchten van. Sterker nog: tel bij genoemde hoedanigheden de Duitse deugden op, zoals daar zijn Laufpensum, Ausdauer en Kampfgeist, en je hebt het ideale plaatje, het perfecte voetbalras. Dan is het nog slechts een kwestie van tijd dat het Germaanse ras de voetbalwereld gaat overheersen. Opportunist pur sang annex blaaskaak  Blatter zal dan ongetwijfeld de WK-bid van Holland/België verhoren.

Let wel! Dit is geen ordinaire ‘koude oorlogvoering’. Integendeel. Mijn appreciatie en bewondering voor die Mannschaft is onversneden en onverdacht. Wat heet! Ben onlangs zelfs voor de eerste keer in mijn reeds doorleefde leven in Duitsland op vakantie geweest met het grootste genoegen. Maar als je het mooi wilt doen en daarbij ook nog eens hebt gespiekt bij de buurman, dan moet je ook de consequenties als een Mann schaffen. Wel de bewonderende zuchten, maar niet de vruchten. Wel worden geprezen, maar geen prijs. Wij weten als geen ander hoe dat voelt. Duitsers daarentegen kennen reeds dat winnende gevoel, de triomf van de trofee. Wij niet. Dus voor wat, hoort wat. Het jarenlange, niet-gehonoreerde gevoel dat zich van ons meester heeft gemaakt, wordt nu des leerlings deel.

Winnen en sympathie innen, dat gaat niet samen. Net zomin als twee Kapitäns – Lahm of straks toch weer Ballack? – op één schip. Een beetje stoken, mag toch nog wel, oder?
Wie wint, wekt afgunst. We hebben het er allemaal voor over. De jarenlange lof, waardering en talloze schoonheidsprijzen kunnen ons gestolen worden. Zelfs de hedendaagse Pickles hoeft het niet voor ons terug te vinden. Jullie, lieve buren, mogen het hele arsenaal aan superlatieven in die Tasche steken. Maar wat zal het wennen zijn voor jullie! Nooit meer altijd maar weer de gebeten hond, nooit meer het zwarte schaap, nie wieder de pispaal van eenieder. Hoe moeten jullie daar in hemelsnaam mee omgaan?! Te worden geliefd en bewonderd. Alom sympathie en populariteit ervaren. Och, het past allemaal in het onweerstaanbare proces van herwaardering en verbroedering. En in elk geval voetballend hebben jullie het nu al dubbel en dwars verdiend.

Maar voor ons telt slechts één ding. De finale mag zelfs ook nog met lelijk voetbal worden gewonnen. Dan zien we de Wereldbokaal wel als oeuvre-prijs voor al het moois dat we de voetbalwereld hebben geschonken. Die magnifieke Mannschaft mag alle andere prijzen in de wacht slepen. Schweinsteiger Gouden Bal, Klose topscorer, Müller beste jonge speler, schoonheidsprijs. En dan mogen ze van mij ook nog de Sportiviteitsbeker mee naar huis nemen. Alles in het kader van ONZE Wereldbeker en de WIEDERGUTMACHUNG.

Read Full Post »

 12 juli 2010 – Laat er geen misverstand over bestaan: er is alle reden om trots te zijn op de prestatie van de mannen van Oranje. Op Van Marwijk, De Boer, Cocu, Jansma en Jorritsma en de complete begeleidingsstaf. We mogen eveneens trots zijn op de belangrijke personen achter, op en voor de schermen. Op heilsoldaat Dick van Toorn, gebedsgenezeres Yolanthe. Op scherpzetter Bert Maalderink en zelfs op Jack van Gelder, die de stoute Wes toch maar over de knie durfde te leggen. Zij allen hadden een missie. De eersten zijn er twee jaar terug al mee begonnen, de anderen werden er later bij betrokken. Nou ja, voor de meesten geldt: zij betrokken zichzelf bij het proces dat de tintelende verwachting in zich had van het succes.

Ok, de missie heeft haar ultieme doel niet bereikt. Maar dat hadden we van het begin af aan kunnen weten. Een missie, het woord zegt het al, is bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Althans voor wat betreft het eindresultaat. Maar veel belangrijker dan dat is het proces van de missie: de processie. De bijkans heilige optocht, de sacrale gang op weg naar de eindbestemming: het altaar waarop (voetballers)lichamen worden geofferd om de Wereldkelk te mogen ledigen. En dat het mis zou gaan, werd al duidelijk toen een aardse sterveling vlak voor aanvang van de viering nog zó dichtbij De Heilige Graal wist te geraken. Oppergod Sepp aanschouwde het en besloot de beelden ervan niet rechtstreeks naar de aarde door te zenden.

Ook ik heb me laten meeslepen door de massale, monomane, manifeste, met man en macht moverende, min of meer maniakale missie. De M zit niet in de maand, maar meermaals in Van Marwijks mannen met een missie. Hoe dichter het altaar werd genaderd, des te meer ik werd bevangen en getroffen door de zendingskracht van apostel Bertholomeus. En met mij vele discipelen. We gingen en masse geloven in Het Wereldwonder. De Spaanse Inquisitie zou ons geenszins deren. De Goden Voorspoed, Voorziening en Genade en het vleesgeworden rozenkransje Yolanthe waren ons goedgezind. En aan het einde van de tunnel wachtte ons Het Licht: de Goddelijke Gave in de profane, zo niet heidense vorm van de Coupe Jules Rimet.

Intussen zijn we genezen, ontnuchterd, ontheiligd danwel bekeerd. De Spanjaarden bleken geen missie te hebben, maar gewoon betere en mooiere voetballers. En uiteindelijk is het toch dáár waar het om draait. Wie de betere is. Als voetballer, als mens, als spelersvrouw of als wie dan ook. We zullen, althans voorlopig, nooit weten hoe het voelt om een WK(-finale) onterecht te winnen. Zoals al vele wereldkampioenen zich minimaal 4 jaar lang hebben gevoeld. Of, zoals de Duitse WK ’74-generatie, wat het is om nu al 36 jaar lang niet te worden erkend als de terechte winnaar. Ik weet dat er velen zijn, in elk geval op dit moment zo zullen reageren, die dat gaarne op de koop toe zouden nemen in ruil voor de titel. Maar ik twijfel daaraan.
Bovendien valt te vrezen dat de beelden van lelijke overtredingen en het het ‘slechts’ loeren op de counter van het toch als positief voetballend bekend staande Oranje voorlopig op het buitenlandse netvlies zullen beklijven.

Misschien is het beter zo en moeten we onze zegeningen (het durven aangaan van een missie, het centraler zetten van het resultaat, het teambelang) tellen, koesteren en dat dan koppelen aan onze basiskwaliteiten techniek, tactiek en aanvallende dynamiek. Duitsland is succesvol bezig aan het omgekeerde traject en zal de komende jaren de geduchtste tegenstander zijn, hoogstwaarschijnlijk en gelukkig zonder de disproportionele vijandigheid van nog maar voor enkele jaren terug. Maar hopelijk wel met de nodige rivaliteit en, waar nodig, animositeit om de jus erin te houden.

De onvoorwaardelijke trouw aan en hoop op zijn vaste mannen en de per saldo toch ontoereikende Van Persie in het bijzonder, tonen voor mij zowel het succes als de kwetsbaarheid van Bertholomeus’ Missie aan. Nu het zelfverklaarde doel niet is bereikt, mag onze nationale voetbalherder worden verweten dat hij niet meer en vaker vertrouwen heeft gegeven aan de scherpe schapen Huntelaar en Afellay. Met name in de eindfase van de finale was een ingreep ten koste van Van Persie als spits zeer wel wenselijk geweest. Dan had ie zelfs nog niet per se gewisseld hoeven te worden.

Eén spelsituatie maakte onmiskenbaar duidelijk dat Robin in dit team niet de juiste spits was. Hij verlengde met een evenzo simpele als sublieme voetbeweging de bal op Van der Wiel die geheel vrij kwam, rechts van het Spaanse doel. Deze op zijn beurt zette voor, maar uiteraard was daar geen Robin, dus geen spits om af te ronden. Een Huntelaar, zelfs een Kuijt, had instinctief op de juiste plek gestaan. Del Bosque daarentegen wisselde zelfs de man in bonus en met status David Villa om het resultaat te bewerkstelligen.

Moraal: het Marwijk-team heeft elementen van een missie – onvoorwaardelijk vertrouwen geven, niets mag het groepsproces/de teamsamenhang verstoren – zeker in de cruciale eindfase laten prevaleren boven het ultieme doel van de missie: alles opzij zetten voor het behalen van de wereldtitel. En schoot daarmee in eigen en onze voet.

Er blijven genoeg positieve aspecten over om deze Oranjeselectie en het begeleidingsteam te loven. De veelgebruikte krantenkop “Weer niet” kun je met reden en trots ook vervangen door “Alweer bijna de allerbeste”. Met de geleden imagoschade zullen we moeten leren leven en de eerstkomende wedstrijden moeten afrekenen.

In 2012 worden we weer Europees kampioen ten koste van Duitsland en dan zijn in 2018 – bid maar stevig voor een geslaagde missie – de tijd en het Hollandse voetbalklimaat rijp voor een heuse wereldtitel. Dat kan niet missen.

Read Full Post »