De vorige aflevering in dit kader dateert alweer van 27 februari jl. En aangezien het wellicht teveel is gevraagd om van u te verwachten dat u nog weet waar we zijn gebleven, zal ik u een beetje bijpraten. We schrijven zo omstreeks begin jaren ’80. Het buitenhuis Biezenkuilen 8 – De Biezenkuilen – heeft haar ontmaagding achter de rug. Haar onschuld (lees naïviteit) enigszins verloren, maar waant zich wel degelijk hemelbestormend, revolutionair en eenmalig in haar soort. De inmiddels meerdere buitenhuizen ten spijt. De Biezenkuilen was en is nog steeds de moeder aller buitenhuizen. Tenminste dat vonden en vinden wij, of in elk geval ik dacht en denk er zo nog steeds over.
Het is juist die houding die velen een doorn in het oog was. Die kwaad bloed zette en afgunst wekte. En wij waren niet te beroerd, zeker ik niet, om dit smeulend vuurtje aan te wakkeren. Met daarbij de status aparte in hiërarchische lijn als flakkerende woelwind. Want we waren, afwijkend van de organisatiestructuur, niet gekoppeld aan een paviljoen(shoofd), weet u nog? Wat zo’n zelfde paviljoenshoofd ertoe verleidde om mij, aangeschoven bij hun overleg, fijntjes te vragen: “En, hoe gaat het met je paviljoen”? Van die dingen, zou Cor – hou je d’r buiten Cock! – van der Laak zeggen. En wel hierom!
U begrijpt, men liet het er niet bij zitten. Feitelijk verhoogde dat mijn status aparte-gevoel en droeg dat alles alleen maar bij aan een gestaag groeiende geuzen- en pionierswaan.
Menigeen zal het als verwaand hebben beschouwd en misschien was dat ook wel een beetje zo, maar toch: we deden niets meer of minder dan proberen alles zo normaal mogelijk te laten verlopen. En we hadden wel degelijk een soort van trots, een grote mate van betrokkenheid en de ambitie om er echt iets nieuws, iets baanbrekends van te maken. En veel minder gehinderd door allerlei bureaucratische en hiërarchische barrières, voelden we ons helemaal zelf verantwoordelijk voor zowel falen als succes behalen.
Want natuurlijk hebben we links en rechts gefaald in die zin dat we, zeker in den beginne, teveel verwachtten van ‘onze’ bewoners; dat we te zeer bezig waren met ons project in plaats van de cliënt(en) zelf uit te gaan. Terwijl dat nog wel het uitgangspunt was van de verdunningsstrategie, de decentralisatie. Want ook, misschien zelfs wel juist de vernieuwer is niets menselijks vreemd. Dat alles mag evenwel het toch wel degelijke succesverhaal niet verhullen. Ook de bewoners ontwikkelden een zekere mate van zelfbewustzijn en voldoening als gevolg van hun toegenomen zelfstandigheid in vrijgevochten vrijheid.
We hebben de qua instelling klassieke, geconditioneerde reflex om bij conflicten en incidenten meteen terug te grijpen naar structuur en regelgeving grotendeels kunnen weerstaan. Hebben, waar mogelijk, tegenslagen en relatieve onaangepastheid voor lief genomen teneinde een, per persoon, zo groot mogelijke mate van individuele bewegingsvrijheid en zelfstandigheid te bereiken. Ook de daarbij onvermijdelijke ‘terugval’ van het groepsgebeuren, namen we op de koop toe. Te meer omdat dit merkbaar ook groepsdrukverlaging met zich meebracht.
Het is voor de juiste beeldvorming en een goed begrip van belang om dit alles wel in perspectief te plaatsen. Om het te relativeren en vooral te nuanceren en differentiëren. Want uit ruimschootse ervaring weet ik dat de mens gaarne generaliseert, kanaliseert, etiketteert, projecteert en interpreteert. Ofwel: de mens eert vrijwel alles, wat hij niet kent. Da’s inderdaad leentjebuur spelen bij de spreekwoordelijke boer die dan niets ee(r)t …
Want niet elke bewoner onderging dezelfde ontwikkeling en ook niet elke bewoner schatte de vrijheidstoename op dezelfde waarde in. Daarbij ging eenieder er ook nog eens op zeer eigenwijze mee om. Toch kon je wel onderscheid maken tussen de meer geïnstitutionaliseerde, gezagsgetrouwe personen en de meer vrijheidslievende, individualistisch ingestelde geesten. Waarbij we ook een zekere mate van zelfonder- danwel -overschatting in acht moeten nemen.
Buitenstaanders, maar ook zeer zeker ‘insiders’ – en dan met name op een hoger echelon (managers, directieleden, bestuurders) – plegen gehandicapten in welke vorm dan ook, vaak over één kam te scheren. Men heeft dan het beeld van één verstandelijk beperkte of psychiatrische patiënt voor ogen dat model staat voor hun visie en bekendheid hieromtrent. Deze beeldvorming en gegeneraliseerde opvatting zijn evenzo hardnekkig als schadelijk voor de zorg, begeleiding en facilitering van de hulpbehoevende burger. Plus het feit dat de daaruit voortvloeiende benaderingswijze geen enkel recht doet aan de differentiatie en individualisatie van de hoe dan ook beperkte medemens
Ook dit echec kent, net als het succes, vele vaders. Onwetendheid, onbenulligheid, onverschilligheid. Maar ook doelbewuste beheers- en gemakzucht, uniformiteitsdrang en bezuinigingsdrift van met name financieel/economische functionarissen en als managers( toen nog als hoofden aangeduid) vermomde systeem- en controlefreaks. Het siert evenwel Severinus dat men destijds het initiatief nam en ondersteunde om te moderniseren en te normaliseren. Ondanks de interne tegenkrachten heeft men nooit echt bakzeil gehaald en is de vernieuwing van de zorg en begeleiding voortgezet. De doorn en toorn in het meer formalistisch ingestelde Severinusoog over onze uitzonderingspositie werden echter steeds heviger en stekeliger. Tegelijkertijd liet men naar buiten toe geen gelegenheid voorbijgaan om met ons de sier te maken en De Biezenkuilen op te voeren als uithangbord van zorginnovatie.
Wat betreft mijn eigen professionele ontwikkeling volgde ik uiteraard niet het gebruikelijke loopbaantraject via de kaderopleiding. Ik koos, zij het met de nodige scepsis en ook om te laten zien dat ik me niet overal aan wilde onttrekken, voor wat destijds de Sociale Academie was geheten. En dat heb ik geweten! Wilt u dat ook weten, lees dan de volgende episode van deze enerverende, soms irriterende, maar altijd intrigerende sociaalacademische en territoriaalpolemische polarisering. Oei! Een ‘mooie’ zin om even op u in te laten werken, terwijl uw dienaar zich vakantiegewijs in Griekse toestanden gaat onderdompelen. Ook dáárover wellicht later meer.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Read Full Post »