Feeds:
Berichten
Reacties

Posts Tagged ‘manegementteam’


Voorafgaand aan de totstandkoming van ‘aanleunwoning’ Biezenkuilen 69, heeft zich Severinus-breed een aantal ontwikkelingen voorgedaan die niet onvermeld mogen blijven. Vanaf de beginjaren ’70 tot aan de jaren ’90 hadden we twee locaties, ’t Honk en De Berkt, spraken we van paviljoens, later van woonerven. Die werden geleid door een hoofd met assistent. Enige tijd lang completeerde een pedagogisch medewerkster (was steevast, maar niet altijd een ster) het triootje. In den beginne was er  ook assistentie voor het hoofd v/d verpleging. Om het koppie erbij te houden, denk ik. Ik meen zelfs dat de functionaris, die als een rode draad door mijn Severinus-memoires loopt, deze assistentfunctie bekleedde ten tijde van mijn Severinus-entree.

De directie was eerst nog een Januskop in de personen van een geneesheer- en een economisch directeur, maar werd alras eenzijdig onthoofd. Hierna was aanvankelijk de geneesheer stevig in de weer, waarna het bewind zoetjesaan een meer sociaal-maatschappelijk en vakinhoudelijk gezicht kreeg. Overigens heeft dit heel wat voeten in aarde gehad, met dien verstande dat het op goede voet staan met onze rode-draad-functionaris te allen tijde een voordeel, zo niet voorwaarde is geweest. Het toezicht werd gehouden door Het Bestuur, zoals toen en nog steeds te doen gebruikelijk, bestaande uit overwegend lokale notabelen. Heden ten dage spreekt men liever van een Raad van Toezicht.

Dit als opmaat voor een memorabele fase in mijn Severinus-bestaan. Want in 1991 moest de organisatiestructuur op de schop. Daarvoor werd een werkgroep in het leven geroepen die zich drie dagen lang moest verschuilen in de barre burelen van de Hogeschool te Eindhoven. Een zwaar euforisch eufemisme, want het enige ‘hoge’ waren de door ons bezette, drie bovenste etages van het voormalige Philips-kantoor tegenover de Witte Dame.

Het was sowieso opmerkelijk dat ik hiervoor was aangezocht. Al  sloot het wel weer naadloos aan bij mijn rehabilitatie, welke ik hier al eerder heb beschreven. Ik denk ook dat mijn relatieve-buitenstaander-toch-betrokken-positie in dit kader en gezelschap een pre was.

Vraag me niet om een gedetailleerde, concrete beschrijving van het proces. Daarvoor is het te lang heen en schiet mijn geheugen nu eenmaal schromelijk tekort. Wel heb ik in retrospectieve zin een positief gevoel aan deze intensieve exercitie overgehouden. Want afgezien van inhoud en resultaat en aangezien we daar meestentijds hebben stilgezeten, is er alleszins serieus en fanatiek gebrainstormd. Althans in mijn herinnering was er bij menigeen een sterke wil om een klus te klaren. Misschien zelfs wel het gevoel/besef om een stukje Severinus-historie te schrijven.

We zaten op bestuurlijk managementniveau in een woeligwarrige periode.  De  geneesheerschappij was dan wel voorbij, maar  de huidige vrijheidsrevoluties in  de Maghreb (zullen) bewijzen dat je van een overheersing niet alleen uiterst moeizaam geneest, maar vaak ook nog de nodige ziektes oploopt. Dat was bij Severinus niet anders. We hadden een snel-er-van-tussenpaus, een (voor krasse insiders) duo-psycholoog-Ad-interim-periode, kortom: Severinus zwalkte als de Titanic in haar laatste uren.

Toen de werkgroep aantrad, bestond het Management Team (MT) uit slechts twee personen: de net aangestelde directeur en het hoofd Bewonerszorg (jawel, daar hebben  we de vleesgeworden rode draad weer te pakken!). De paviljoen/woonerfstructuur was al verlaten en men wilde naar diensten (later sectoren) met een eigen secretariële ondersteuning. De sectorhoofden moesten ook deel uit gaan maken van het MT, waardoor er een veel breder verantwoordelijkheidsdraagvlak werd gecreëerd. Deze zaken, het transformeren van de assistent-woonerf/diensthoofden in zogeheten verpleegkundig staffunctionarissen, plus het verzelfstandigen van woongroepen/huizen en de leidinggevenden hiervan, waren dé kernpunten van onze missie.

In feite moest men van (de functie van) de assistenten af, maar kon (lees wilde) men geen afscheid nemen van de personen in kwestie. Iedereen moest binnenboord blijven. Op zich een loffelijk streven, mits dan wel klare wijn werd geschonken. Want in mijn ogen was dit dé gelegenheid om zowel het individu als de organisatie klaarheid te verschaffen over ’s mens functioneren. Sterker nog: het was en is de plicht van de verantwoordelijken om hierover een duidelijk standpunt in te nemen. In algemeen belang  én dat van de persoon zelf. Een klassiek kritiek thema, waarover binnenkort meer in de slotaflevering.

Read Full Post »