In elk(e) gezelschap of groep waarin je wat langer verkeert, bevindt zich altijd wel iemand die ongevraagd, maar met verve en schijnbaar moeiteloos de rol van zondebok, zwartepiet of wat dies meer zij, op zich neemt. Die voorziet in de noodzakelijke functie dat je je straffe- en mateloos kunt ergeren en afreageren. Die zich als schietschijfschandpaal beschikbaar stelt voor alle ongemakken en irritaties die een reis als deze onherroepelijk met zich meebrengen. Welnu, deze mevrouw was hiervoor als het ware geschapen. Haar proeve van bekwaamheid bestond uit het demonstratief en luid hoorbaar telefoneren naar een kennis(?) met de vraag: “Hoe lang mag een chauffeur rijden alvorens hij moet rusten?”
Maak niet de fout om met zo’n functionele ‘fuck’figuur in de clinch te gaan, want daarmee gooi je je eigen ruiten in met zicht op een leuke trip. Zaak is om het ergernisgehalte op een aanvaardhanteerbaar niveau te houden. Voldoende om je ongenoegen te compenseren en sublimeren, maar zonder dat het je doen en laten gaat beheersen. Het subtiel checken en afstemmen van medestanders/zitters strekt tot aanbeveling, want creëert stilzwijgende lotsverbondenheid. Mijn probleem is echter dat ik me er maar moeizaam van af kan sluiten. Ik zoek als het ware voortdurend naar legitimatie en bevestiging van mijn irritatie. Nu is ook dát een tijdverdrijf, maar ik had me heilig voorgenomen om nu eens eindelijk mijn forse leesachterstand in te halen. En da’s waar ook! Ik had onlangs een iPod cadeau gekregen!
Het risico legendarische Limhaagse one-liners mis te lopen voor lief nemend, verdiepte ik me dus in het laatste (voetbal)wereldnieuws onder de welluidende klanken van Mumford and Sons, in de hoop dat de storm zou gaan liggen. (Aanhoor dit wonderbaarlijk schone lied met een onbeschrijflijk mooie tekst, om ook die laatste woorden te kunnen plaatsen)
Desalniettemin slaagden mijn ravissante reisgenoten erin om met pozen toch mijn aandacht te trekken. Of was het dat ik mijn ogen niet van hen af kon houden? Mens Erger Je Niet is niet voor niets een uiterst populair en tijdloos gezelschapsspel.
Chauffeur Geert hield eveneens de gemoederen bezig met onnavolgbare enquetes, onaangekondigde tussenstops en verzwegen informatie. Nu zijn buschauffeurs onder de vierwielers misschien wel de grootste dealers. Een handeltje met een tankstation hier en met een restaurantje daar. Ach, het zij hen gegund. Want je zult maar dag in dag uit zijn overgeleverd aan rudimentaire reisgezelschappen die voor een dubbeltje op de 1e rang en boven op je huid (willen) zitten!
Nu was Geert me d’r eentje die het presteerde om dit soort collegiale informatie – ook wel roddel genoemd – tegen cliënten óver andere cliënten van een en hetzelfde gezelschap uit te wisselen! Hij vertelde dus tegen medepassagiers dat je bij dit soort low-budget-reizen niet al teveel van het niveau der participanten kon verwachten. Hij gebruikte iets andere woorden, maar de strekking was – en hij had ook nog eens – gelijk. Dat hij dit echter als zodanig communiceerde, geeft u wellicht een indicatie van ’s mans eigen herseninhoud.
Maar Geertje had tegen aankomst en het vallen der avond (vertrek in de vroege ochtend!) een wel zeer opmerkelijke verrassing in petto! Plotsklaps bleek zich een man in de bus te bevinden bij wie je, van harte aanbevolen door Geert, je kon laten kronen met inlandse valuta! Waar kwam deze man opeens vandaan?! Uit de kofferruimte? De chauffeursslaapplaats? Later bleek dat Geert de man in Praag bij een stoplicht had laten instappen! Desondanks waren er toch passagiers (u mag raden welke) die in deze wisseltruc trapten.
Het heenreisslotakkoord was volledig voor het Haagse hopje. Eenmaal doordrongen van het feit dat haar inschrijving voor activiteiten ondermeer inhield dat ze de volgende morgen al vroeg present moest zijn, begon ze aan een klaagzang die het best omschreven kan worden met Oh Oh Zeur zo. Uitentreuren werd herhaald dat ze “dat nooit zou trekke”, dat ze “veel langer moes legge” en dat ze “veel meer tijd moes hebbe”.
Het siert Geert weer wel dat ie niet trapte in een evenzo doorzichtige als hysterische poging van madam om door hem later ergens te worden opgepikt. Uiteindelijk uitgemekkerd hierover, verlegde ze haar gram naar haar reisgenote die uit en te na werd gewaarschuwd niet te roken op de kamer. Op zich een redelijk verzoek, maar menigeen in de bus moet met mij hebben voorgekookt dat ze de kamer zou worden uitgerookt.
Of dit recht inderdaad heeft gezegevierd, leest u over enkele dagen in de laatste episode van deze onvergetelijke reiservaring.
Geef een reactie